Stap 5: Geheugen en
LET OP:
Als u geheugenkaarten of optiekaarten
installeert nadat de printer is geïnstalleerd, moet u de
printer uitschakelen en het netsnoer loskoppelen. Als er
andere apparaten op de printer zijn aangesloten, schakelt
u deze uit en koppelt u de kabels naar de printer los.
Klep van systeemkaart verwijderen
Achterklep
optiekaarten installeren
Geheugen en optiekaarten installeren
Als u geen geheugen, firmware of
optiekaarten hebt aangeschaft, slaat u
deze stap over en gaat u verder bij
"Stap 6: Papier laden" op pagina 38.
U kunt de geheugencapaciteit van de
printer aanpassen en de
aansluitingsmogelijkheden vergroten
door optiekaarten of een vaste schijf toe
te voegen.
U moet de klep van de systeemkaart
verwijderen als u geheugenkaarten, een
firmwarekaart, een vaste schijf of een
optiekaart wilt installeren.
U hebt een kruiskopschroevendraaier
nummer 2 nodig om de klep van de
systeemkaart te verwijderen.
29