Inhoudsopgave
Advertenties
10. BEDIENING
De ventilatiegroep kan bediend worden door een afstandsbediening of via de bedieningsknoppen op de groep zelf.
De bedieningsknoppen op de ventilatiegroep hebben een beperkte bedieningsmogelijkheid. Men kan er alleen de tweede
en de derde ventilatiestand op activeren en drie ventilatiemogelijkheden. De afstandsbediening heeft uitgebreidere
bedieningsmogelijkheden.
Schakelaar ventilatietype
Ventilatiegroep AAN/UIT
Snelheidskeuze
Natuurlijke ventilatie
De afsluitkleppen zijn open.
De ventilatiegroep is uitgeschakeld.
Ventilatie
1
De ventilatiegroep werkt in toevoer of
-afvoermodus afhankelijk van de positie
van de jumper CN7 op de gekozen stand.
Instelling luchtvochtigheid
1 - de werking van alle ventilatiegroepen in serie aangesloten wordt bepaald door de CN7 jumper positie.
BEDIENINGSKNOPPEN OP DE VENTILATIEGROEP
Snelheidsschakelaar
AFSTANDSBEDIENING
Stand 3
De ventilatiegroep werkt op het maximale luchtdebiet.
De ventilator is UIT
De ventilatiegroep is uitgeschakeld. De afsluitkleppen zijn dicht.
Stand 2
De ventilatiegroep werkt op 50% van het maximale luchtdebiet.
Ventilatiemodus
Alle in serie aangesloten groepen werken ofwel in toevoer of - afvoermodus zonder
rekening te houden met de positie van de jumper CN7. Standaard is de jumper ingesteld
op afvoermodus.
Recuperatiemodus
In deze modus schakelt de ventilatiegroep elke 70 seconden tussen toevoer
en afvoer-modus met warmterecuperatie.
Toevoermodus
Alle in serie aangesloten groepen werken toevoermodus zonder rekening te
houden met de positie van de jumper CN7.
Nachtmodus
De ventilatiegroep gaat automatisch over
naar de eerste stand indien er 's avonds
geen licht meer is.
Luchttoevoer
De ventilatiegroep voorziet de ruimte
continue van toevoer van verse lucht
ongeacht de positie van de CN7 jumper.
Recuperatie
In deze modus schakelt de ventilatiegroep
elke 70 seconden tussen toevoer en
afvoer-modus met warmterecuperatie.
15
Advertenties
Inhoudsopgave
