Omgevingstrilling – het niveau van externe trillingen, bijvoorbeeld van draaiende
l
machine(s) in de buurt
Rotatiegelijkheid – de soepelheid van de meetrotatie, bijvoorbeeld als er tijdens de rota-
l
tie wrijving is die aan de as 'trekt'
Hoekrotatie-inertie – abrupte veranderingen in de rotatiesnelheid van de meting, bij-
l
voorbeeld het vrijgeven en opnieuw toepassen van een pauze tijdens de rotatie
Rotatierichting – verandering in de draairichting van de meting
l
Rotatiesnelheid – hoe snel de sensor en/of as wordt gedraaid tijdens de meting
l
Filteruitvoer – de hoeveelheid weggefilterde meetgegevens
l
SHAFTALIGN touch
Ingebouwde hulpfunctie
73