OPMERKING: Uw installateur kan ook een functietoets programmeren op het toetsenbord waarmee u het
systeem in de nachtmodus kunt inschakelen. Dit stelt u in staat de nachtinschakeling in te schakelen door
de functietoets 2 seconden ingedrukt te houden.
Nachtzones zijn alleen ingeschakeld in de aanwezigheidsmodus, dit staat maar beperkte beweging toe in
het pand wanneer het systeem volledig is ingeschakeld. Zorg ervoor dat uw installateur u heeft voorzien
van een lijst voor het identificeren van de zones die geprogrammeerd zijn als nachtzones. Wanneer het
interieurzones worden geactiveerd (dwz. [
,
][1]), moet u uw toegangscode invoeren om het systeem uit te
schakelen om toegang tot de interieurgebieden te hebben die nog niet zijn geprogrammeerd als
nachtzones.
4.3 Stille uitgangsvertraging
Als het systeem is ingeschakeld met de aanwezigheidsknop of met het gebruik van de "Geen-toegang"
inschakelmethode ([
,
][9][Toegangscode]), zal de toetsenbordzoemer uitgeschakeld worden en de
uitgangstijd zal alleen voor die uitgangsperiode worden verdubbeld. (alleen CP-01).
4.4 Afwezigheid inschakelen
Sluit alle sensoren (dwz. stop bewegen en sluit deuren). De gereedindicator (
) moet aan zijn.
Om in te schakelen houdt u de afwezigheidstoets gedurende 2 seconden in en / of voer uw toegangscode
in of druk op [
,
][0] voor een snelle inschakeling.
Tijdens de instellingsstatus (uitgangsvertraging actief) de ingeschakelde (
) en gereedindicatoren (
)
zullen aan gaan, en het toetsenbord zal een pieptoon per seconde laten horen. U hebt nu ___ seconden
om het pand te verlaten (neem contact op met uw installateur om deze tijd te programmeren). Een
toetsenbordzoemer, waarvan het pulserend tarief verschillend is, zal afgaan tijdens de laatste tien seconden
van de uitgangsvertraging om mensen te waarschuwen dat de uitgangsvertraging aan het verlopen is. Om
de inschakelsequence te annuleren, voert uw toegangscode in.
Wanneer de uitgangsvertraging voltooid is, wordt het alarmsysteem ingeschakeld en dit wordt als volgt
aangegeven op het toetsenbordscherm weergegeven: de gereed (
) indicator gaat uit, de ingeschakelde
(
) indicator blijft aan en het toetsenbord zal stoppen met het geluid.
OPMERKING: Het systeem kan ook worden ingeschakeld / uitgeschakeld met een draadloze toets en
met nabijheidslabels. Verwijs naar de secties "Nabijheidslabels" en "Twee wegs draadloze toets" voor
meer details.
OPMERKING: De optie Snel inschakelen mag niet worden gebruikt voor installaties die in
overeenstemming zijn met de vereisten voor EN50131-1 klasse 2.
4.5 Snelle uitgang
Als het systeem is ingeschakeld en u wilt afsluiten, gebruik de snelle uitgangsfunctie om het uitschakelen
en het opnieuw inschakelen van het systeem te voorkomen. Houd de snelle uitgangsknop
2 seconden ingedrukt of druk op [
,
][0]. U hebt nu 2 minuten om het pand te verlaten. Als de deur weer
wordt gesloten, wordt de resterende uitgangsvertraging geannuleerd.
4.6 Sirene klinkt na aanwezigheidsinschakeling
Hoorbare uitgangsfout
Om valse alarmen te verminderen, is de hoorbare uitgangsfout ontworpen om u op de hoogte te stellen
van een onjuiste uitgang wanneer het systeem wordt ingeschakeld. Als u faalt om de ingangs- /
uitgangsdeur goed dicht te doen tijdens de geprogrammeerde uitgangsvertragingsperiode, zal het systeem
het alarm laten horen om een verkeerde uitgang aan te geven (uw installateur zal u vertellen of deze
functie is ingeschakeld op uw systeem). Als dit gebeurt:
1. Betreed nogmaals het pand.
2. Vul uw toegangscode in voordat de uitgangsvertragingtimer verloopt, om het systeem uit te schakelen.
3. Herhaal de procedure aanwezigheid inschakelen, en zorg ervoor dat de ingangs- / uitgangsdeur(en)
worden beveiligd.
Fout inschakeling
Er is een fouttoon gaat af als het systeem niet in staat is om in te schakelen. Dit zal gebeuren als het systeem
niet gereed is om in te schakelen (dwz. sensoren zijn open), of als een verkeerde gebruikerscode is ingevoerd.
Als dit gebeurt, zorg er dan voor dat alle sensoren beveiligd zijn, druk op [#] en probeer het opnieuw.
4.7 Uitschakelen
Om het systeem uit en in te schakelen (
indicator is aan) voert u uw toegangscode in. Als uw toetsenbord
in de slaapstand is, drukt u op een toets om het wakker te maken en voer vervolgens uw toegangscode in.
Het toetsenbord zal continue toon laten horen nadat de ingangsvertraging is gestart door het openen van
het ingangs- / uitgangsdeur. Geef uw code in binnen ____ seconden om een alarm te vermijden (vraag uw
installateur om deze tijd te programmeren.
3