[6] Gebruiker opbellen - Indien ingeschakeld door de installateur, zal het paneel proberen eenmaal de
computer downloaden proberen te bellen. Computer downloaden moet wachten op het paneel om te
bellen voordat het downloaden kan worden uitgevoerd.
[7] Voor toekomstig gebruik.
[8] Gebruikerslooptest - Hiermee kan de gebruiker de looptestmodus betreden. Zie looptest op pagina 14.
[9] laat om te open inschakelen / uitschakelen - Met deze functie schakelt u de laat om te openen tijd
geprogrammeerd in [0].
[0] Laat om te openen tijd van de dag - Deze functie wordt gebruikt om de tijdinstelling te programmeren
ingeschakeld in [9].
OPMERKING: Zie sectie "Laat om te openen" voor details.
16.1 Helderheid / Contrast wijzigen
Wanneer deze optie is geselecteerd, kunt u met het toetsenbord scrollen door 4 helderheidsniveaus en 10
contrastniveaus.
1. Druk op [
,
][6][Hoofdcode].
2. Gebruik de knoppen [<][>] om naar de helderheidsregelaar of contrastregelaar te scrollen.
3. Druk op [
,
] om de instelling te selecteren die u wilt aanpassen.
4. a) Helderheidsregeling: Er zijn vier niveaus achtergrondverlichting. Gebruik de knoppen [<][>] om
naar het gewenste niveau te scrollen.
b) Contrastregelaar : Er zijn 10 verschillende contrastweergave niveaus. Gebruik de knoppen [<][>]
om naar het gewenste contrastniveau te scrollen.
5. Druk op [#] om af te sluiten.
16.2 Het niveau van de zoemer wijzigen
Wanneer deze optie is geselecteerd, kunt u met het toetsenbord scrollen door 21 verschillende
zoemerniveaus. Een niveau van 00 schakelt de zoemer uit.
1. Druk op [
,
][6][Hoofdcode].
2. Gebruik de knoppen [<][>] om naar de zoemerregelaar te scrollen, druk vervolgens op [
selecteren.
3. Er zijn 21 niveaus; gebruik de knoppen [<][>] om naar het gewenste niveau te scrollen. Druk op [#] om
af te sluiten.
16.3 Gebeurtenisbuffer bekijken
De gebeurtenisbuffer toont u een lijst van de laatste 500 gebeurtenissen die zich hebben voorgedaan op
uw systeem.
1. Druk op [
,
][6][Hoofdcode].
2. Om de gebeurtenisbuffer te bekijken, drukt u op [
3. Het toetsenbord geeft het gebeurtenisnummer en de datum en tijd weer. Druk op [
tussen deze informatie en de gebeurtenisinformatie.
4. Gebruik de knoppen [<][>] om te scrollen door de gebeurtenissen in de buffer.
5. Om het bekijken van de gebeurtenisbuffer af te sluiten, drukt u op [#].
17. SMS telefoonnummers wijzigen
In deze sectie wordt uitgelegd hoe u uw SMS-telefoonnummers kunt programmeren:
1. Druk op [,][6][Hoofdcode][5] voor toegang tot de mastergebruikersfuncties van het systeem.
2. Gebruik de knoppen [<][>] om naar de SMS programmering te scrollen.
Select. optie <>
SMS Program.
3. Druk op [,] om de SMS telefoonnummers te selecteren of om het mobiele telefoonnummer van uw
paneel te zien. Het volgende bericht wordt weergegeven:
Toets (*) voor <>
Telefoonnr.\h
• Om het mobiele telefoonnummer van uw paneel te bekijken gebruikt u de knoppen [<][>] om naar
het volgende bericht te scrollen. Druk op [ , ] om het nummer te bekijken.
Toets (*) voor <>
Cell Telefoonnr.
"P" geeft aan of het telefoonnummer is
geprogrammeerd.
\y
Als u hier op drukt [
telefoonnummer van uw paneel weergegeven.
,
].
,
], wordt het mobiele
10
,
] om te
,
] om te schakelen