EXTERNE VERBINDINGEN
Het Bedieningspaneel bevat een klemmenstrook voor de verbinding van vaste
circuit-zones (33-36), sirene of Telefoonkiezer. De verbinding uiteinde-blok
bevindt zich in het Bedieningspaneel achter het voorste deksel.
Om toegang te krijgen tot de klemmenstrook druk op
Dit brengt het systeem in Testmodus en voorkomt dat een alarm ontstaat. Maak
de twee schroeven aan de bovenste rand van het Bedieningspaneel los en open
het voorste deksel.
Vóór je verbindingen maakt, zorg ervoor dat de geheugen-jumper P1 in de OFF-
positie staat en trek dan de adaptorstekker uit in het bedieningspaneel en maak
de rode draad van de back-up accu's los.
Gewisselde 12V
gelijkstroomoutput voor
externe sirene
(300m A max)
Permanente
12V gelijkstroom-
stroomtoevoeroutput
(100m A max)
Vastzettend
Relaiscontact
(Spanningsvrij)
Zoneverbindingen
met Vast circuit
(gebruikt
normaal gesloten
contacten)
T1 (Zone 33)
T2 (Zone 34)
T3 (Zone 35)
T4 (Zone 36)
Stroomtoevoerpakket
Batterij 12V
gelijkstroominput
Indringerscircuit
Verbindingen voor
Externe toestellen
NL
Detail uiteindeblok
Vaste circuit-zone en sabotage-
knoppen moeten spanningsvrij zijn en
normaal gesloten worden, met de
contacten die openen om een alarm te
starten.
Opmerking: Jumper P51 moet enkel
in de ON-positie geplaatst worden, als
het externe vast sabotagecircuit
gebruikt wordt. Anders moet hij in de
OFF-positie staan.
Nadat je externe verbindingen
gemaakt zijn, sluit dan de stroomtoe-
voer en de backupaccu's weer aan.
Sluit daarna het deksel van het
Bedieningspaneel en draai de
schroeven vast aan de bovenste rand
van het Bedieningspaneel.
-20-
BELPOGINGEN
Dit stelt het maximum aantal keer in dat de kiezer probeert het centrale
controlestation te bereiken.
Als de kiezer het centrale controlestation een keer met succes heeft bereikt,
stopt hij met bellen.
Standaardinstelling: 3
Doorloop het menu totdat ':3 Call Attempts' verschijnt. De huidige instellingen
worden ook getoond.
Om de instelling te veranderen, druk op
Geef het gewenste nummer in (1-5).
Druk op
om op te slaan en te verlaten of
Druk op
om te verlaten zonder op te slaan.
AAN/UIT DOOR GEBRUIKER
Dit bepaalt, wanneer een gebruiker een keuze maakt om het systeem uit te
schakelen (Open) of in te schakelen (Dicht), of een event-code 401 nodig is om
naar het centrale controlestation te zenden. Als je 'Aan' instelt, wordt een event-
code 401 verzonden; als je 'Af' instelt, wordt een event-code 401 niet
verzonden.
Standaardinstelling: UIT
Doorloop het menu totdat ':4 Open/Close By User' verschijnt.
De huidige instellingen worden ook getoond.
Om de instelling te veranderen, druk op
Druk op
om de event-code te verzenden.
Druk op
om de event-code niet beginnen te verzenden.
INSTELLING CONTROLE OP AFSTAND
Doorloop het menu totdat ':4-3 Remote TEL control setup' verschijnt en druk
op
.
Opmerking: Op het einde van de instelling Tel controle op afstand druk je op
om terug te keren naar het bovenste niveau van het programmeermenu.
.
-45-
NL