2
Draai het beeld.
z
z
Druk op de knoppen <q><r> om een
beeld te selecteren.
z
z
Het beeld wordt telkens als u op de knop
<m> drukt 90° geroteerd.
z
z
Druk op <n> om terug te keren naar
het menuscherm.
•
Rotatie is niet mogelijk als [Autom. draaien] is ingesteld op [Uit]
(=
69).
Automatisch draaien uitschakelen
Voer deze stappen uit om automatisch draaien van beelden uit
te schakelen. Bij automatisch draaien worden beelden gedraaid,
afhankelijk van de huidige oriëntatie van de camera.
z
z
Druk op de knop <n> om [Autom.
draaien] te kiezen op het tabblad [1].
Kies vervolgens [Uit]
•
Beelden kunnen niet worden geroteerd
draaien] instelt op [Uit]. Daarnaast worden reeds geroteerde
beelden ook in hun oorspronkelijke richting weergegeven.
(=
22).
(=
68) als u [Autom.
Foto's bewerken
•
Beeldbewerking
(=
69–71) is alleen mogelijk als er op de
geheugenkaart voldoende vrije ruimte is.
Het formaat van beelden wijzigen
Bewaar een kopie van beelden op een lagere resolutie.
1
Selecteer [Veranderen].
z
z
Druk op de knop <n> en kies
[Veranderen] op het tabblad [1]
2
Selecteer een beeld.
z
z
Druk op de knoppen <q><r> om een
beeld te kiezen en druk vervolgens op
de knop <m>.
3
Selecteer een beeldformaat.
z
z
Druk op de knoppen <q><r> om het
formaat te selecteren en druk vervolgens
op de knop <m>.
z
z
[Nieuw beeld opslaan?] wordt
weergegeven.
4
Sla het nieuwe beeld op.
z
z
Druk op de knoppen <q><r> om [OK]
te kiezen en druk vervolgens op de
knop <m>.
z
z
Het beeld wordt nu opgeslagen als een
nieuw bestand.
Vóór gebruik
Vóór gebruik
Basishandleiding
Basishandleiding
Handleiding voor
Handleiding voor
gevorderden
gevorderden
Basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
van de camera
Foto's
Auto-modus
Auto-modus
Andere
Andere
opnamestanden
opnamestanden
P-modus
P-modus
Afspeelmodus
Afspeelmodus
(=
22).
Menu Instellingen
Menu Instellingen
Accessoires
Accessoires
Bijlage
Bijlage
Index
Index
69