Opnamebereik en scherpstellen
Close-ups maken (macro)
Stel de camera in op [e] om de scherpte te beperken tot onderwerpen die
zich dichtbij bevinden. Zie "Opnamebereik"
over het scherpstelbereik.
z
z
Druk op de knop <m>, kies [
het menu en kies daarna de optie [e]
(=
z
z
Als de instelling is voltooid,
wordt [e] weergegeven.
•
Als u flitst, kan vignetvorming optreden.
•
In het weergavegebied in de gele balk onder de zoombalk wordt [e]
grijs en de camera stelt niet scherp.
•
Om camerabeweging te voorkomen plaatst u de camera op een statief en
neemt u opnamen met de camera ingesteld op [[]
Foto's
(=
113) voor meer informatie
] in
21).
(=
31).
Opnamen maken van onderwerpen op grote
afstand (Oneindig)
Stel de camera in op [u] om de scherpte te beperken tot onderwerpen die
zich veraf bevinden. Zie "Opnamebereik"
over het scherpstelbereik.
z
z
Druk op de knop <m>, kies [
het menu en kies daarna de optie [u]
(=
z
z
Als de instelling is voltooid,
wordt [u] weergegeven.
De modus AF Frame wijzigen
Pas de modus AF Frame (automatisch scherpstellen) als volgt aan de
opnameomstandigheden aan.
z
z
Druk op de knop <n>, kies
[AF Frame] op het tabblad [4] en kies
de gewenste optie
Foto's
(=
113) voor meer informatie
] in
21).
Foto's
Films
(=
22).
Vóór gebruik
Vóór gebruik
Basishandleiding
Basishandleiding
Handleiding voor
Handleiding voor
gevorderden
gevorderden
Basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
van de camera
Auto-modus
Auto-modus
Andere
Andere
opnamestanden
opnamestanden
P-modus
P-modus
Afspeelmodus
Afspeelmodus
Menu Instellingen
Menu Instellingen
Accessoires
Accessoires
Bijlage
Bijlage
Index
Index
51