30
Handset-PIN
invoeren:
Handset in-/uitschakelen
a
Druk net zolang op de verbreektoets totdat het in- of uitschakelen wordt beves-
tigd door een signaal.
PIN
Wanneer de PIN zich in leveringstoestand (0000) bevindt, is de handset na het
inschakelen operationeel. Als er een PIN is ingesteld, moet de PIN worden in-
gevoerd.
o
Voer de nieuwe PIN-code in.
[
Bevestig de invoer. De handset is klaar voor gebruik.
Weergave van de verbindingskwaliteit
In het rustdisplay wordt de ontvangstveldsterkte aangegeven met een pictogram
in het display:
|
knippert, geen ontvangst
Ò
ontvangstveldsterkte is gering
Ñ
ontvangstveldsterkte is 50%
i
ontvangstveldsterkte is 75%
Ð
ontvangstveldsterkte is 100%
Het zendbereik is binnen en buiten verschillend
met het zendbereik ondervindt, moet u contact opnemen met de systeembe-
heerder!
Accu's opladen
De handset mag alleen in de meegeleverde lader worden geplaatst!
Een handset die in de lader staat, wordt ook opgeladen als deze is uitgescha-
keld. Wanneer de handset is ingeschakeld, ziet u in het display de laadniveau-
indicatie knipperen.
Als de handset uitgeschakeld is omdat de accu's leeg waren, dan wordt deze
automatisch ingeschakeld als u hem in de oplader plaatst. De handset is dan
operationeel. Het opladen begint. Als er een PIN is ingesteld, moet deze eerst
worden ingevoerd.
Taal
U kunt de displaytaal die bij levering is ingesteld, wijzigen in de taal van uw voor-
keur
pagina 17.
Telefoneren – basisfuncties
pagina 61. Als u problemen