5. De helling van de loopband desgewenst
veranderen.
Om de helling van de loopband te veranderen,
drukt u op de toenametoets en afnametoets Incline
(helling) of een van de genummerde toetsen
Incline. Elke keer als u op een van de toetsen
drukt, zal de helling van de loopband geleidelijk
veranderen tot de gekozen hellinginstelling bereikt
wordt.
6. Volg uw vordering op de display.
De display zal de volgende oefeninginformatie
tonen als u op de loopband loopt of rent:
• De hellingstand van de loopband
• Uw hartslag (zie stap 7)
• Uw vermogen in watt
• De snelheid van de loopband
• De verstreken tijd
• Uw tempo
• Het geschatte aantal calorieën dat u heeft
verbrand
• De afstand die u hebt gewandeld of hardgelopen
Druk op de displaypic
togramtoetsen om de
gewenste informatie
op de display te zien.
Indien u drukt op het
scanpictogram, zal het
bedieningspaneel doorlopend door alle informatie
gaan.
Als u oefeningen doet, zal de krachtring het
geschatte intensiteitsniveau van uw oefening aan
geven. Om het intensiteitsniveau aan te passen,
drukt u op de toename of afnametoets Watts/Kg.
De snelheid en/of hellinginstellingen van de loop
band zullen automatisch verhogen of verlagen om
het gewenste intensiteitsniveau te bereiken.
Om de display te resetten drukt u herhaaldelijk op
de toets Stop, of haalt u de sleutel eruit en steekt
hem er weer in.
7. Meet desgewenst uw hartslag.
U kunt zelfs uw hartslag meten door gebruik te
maken van de ingebouwde handgreep met hart
slagmonitor of door middel van de bijbehorende
borstkas hartslagmonitor. Zie bladzijde 23 voor
informatie over het kopen van een optionele
borstkas hartslagmonitor.
Het bedieningspaneel is compatibel met alle
BLUETOOTH
Smart hartslagmonitoren. Om
®
uw hartslagmonitor aan te sluiten op het bedie
ningspaneel, zie bladzijde 23.
Let op: Wanneer u beide hartslagmonitoren
tegelijkertijd gebruikt dan zal de BLUETOOTH
Smart hartslagmonitor prioriteit krijgen.
Voordat u de
handgreep
hartslagmoni
tor gebruikt,
verwijdert u het
plastic laagje
van de metalen
contactpunten
op de sensor
stang. Zorg er
ook voor dat
uw handen
schoon zijn.
Om uw hartslag te meten, gaat u op de voetleu-
ning staan en houdt u de sensorstang met de
metalen contactpunten op uw handpalmen vast –
beweeg uw handen niet. Uw hartslag zal worden
weergegeven wanneer uw pols gemeten kan
worden. Houd de contactpunten ongeveer 15
seconden lang vast voor de meest nauwkeurige
ETPE13716
hartslagwaarde.
(PFTL13716)
8. Zet de ventilator indien gewenst aan.
De ventilator heeft verschil
lende snelheidsinstellingen.
Druk herhaaldelijik op de
ventilatortoetsen om een
ventilatorsnelheid te kiezen
of om de ventilator uit te
zetten.
20
Contactpunten