Voordat u begint
De machine uitbalanceren voor horizontale snijkopro-
tatie
Brandstof voorbereiden
Niet bijvullen als de motor nog warm is of nog draait.
Roken en open vuur is verboden bij het bijvullen van brandstof.
Als u dat doet, kan de brandstof ontbranden en brand veroorzaken, wat brandwonden tot gevolg kan hebben.
Vul geen brandstof bij in een afgesloten ruimte. Vul de brandstoftank altijd in de buitenlucht en op onbegroeide
grond. Vul het product niet bij op een laadplatform van een vrachtauto of op andere, soortgelijke plaatsen.
De brandstoftanks/blikken kunnen onder druk staan. Draai brandstoftankdoppen altijd langzaam los zodat het druk-
verschil geleidelijk wordt opgeheven.
Anders kan wordt de brandstof mogelijk naar buiten gespoten.
Dep eventuele overgelopen of gemorste brandstof op.
Gemorste brandstof kan brand en brandwonden veroorzaken als deze ontbrandt.
Controleer of er geen lekkages zijn rondom de brandstofvulbuis, het rubber of de dop nadat brandstof is bijgevuld.
Indien u lekkende of uitlopende brandstof waarneemt, dient u onmiddellijk met het gebruik van het product te stop-
pen en contact op te nemen met uw dealer om de machine te laten repareren.
Brandstoflekken kunnen brand veroorzaken.
Bewaar de bijvultank op een beschutte plaats en op een veilige afstand van vuur.
Gebruik een goedgekeurd brandstofreservoir.
Als brandstof wordt een mengsel gebruikt van normale benzine met motorolie voor luchtgekoelde tweetaktmotoren. Loodvrije
benzine met minimaal octaangehalte van 89 wordt aanbevolen. Gebruik geen brandstof die methylalcohol of meer dan 10%
ethylalcohol bevat.
Brandstof veroudert naarmate deze langer wordt bewaard. Meng niet meer brandstof dan u binnen dertig (30) dagen nodig
denkt te hebben.
Het meegeleverde schouderharnas is geschikt voor volwas-
sen personen met een normale lichaamsbouw en een lengte
van 150 cm - 195 cm en een taille van 60 cm - 140 cm.
Gebruik een schouderharnas indien dat is bijgeleverd of wan-
neer dat in deze handleiding wordt aanbevolen. Stel het har-
nas en het ophangpunt (A) van de machine zo af dat het
maaiaccessoire enkele centimeters boven de grond hangt (B).
Het maaiaccessoire en de beschermkap dienen in alle richtin-
gen horizontaal te blijven. Bevestig de machine aan de rech-
terkant van het harnas, zoals afgebeeld.
Schuif het ophangpunt op en neer om het juiste evenwicht te
vinden. Verdraai de klem voor het nivelleren van het maaiac-
cessoire en de beschermkap. Zet het geheel in de goede po-
sitie vast. Indien het ophangpunt van een vrij roterend type is,
heeft de machine de neiging zijwaarts te kantelen. U dient
echter toch het maaiaccessoire en de beschermkap in de rich-
ting van de voor-achteras te nivelleren.
Voor het uitbalanceren en nivelleren, zoals hiervoor werd om-
schreven, dient de klem mogelijk te worden verplaatst en die-
nen de harnasbanden mogelijk opnieuw te worden versteld.
Bovendien kan het nodig zijn om elk soort maaiaccessoire en
elk soort beschermkap op de machine uit te balanceren.
GEVAAR
WAARSCHUWING
BELANGRIJK
12