Inhoudsopgave
Advertenties
I
BEDIENING
I.1
Beschrijving van het bedieningspaneel
5
4
3
2
1
10
Signaleringssymbool extra toepassingen in
1
werking
Signaleringssymbool ontdooicyclus geactiveerd
2
Signaleringssymbool ventilatoren in comparti-
3
ment in werking
Signaleringssymbool compressor in werking
4
Signaleringssymbool temperatuuralarm
5
Toets "Prg/mute" dient voor het uitschakelen van
6
de zoemer van de alarmen.
Met de multifunctionele toets "ON/OFF" en "UP"
kan het apparaat in- en uitgeschakeld worden en
7
kunnen de waarden verhoogd worden.
Met de toets "DOWN" en "ONTDOOIEN" kan de
handmatige ontdooiing ingeschakeld worden en
8
kunnen de waarden verlaagd worden.
Met de toets SET kan het Setpoint worden
9
opgeroepen.
Signaleringssymbool dienstalarm
10
I.2
Gebruiksaanwijzingen
I.2.1
Inschakeling en temperatuurregeling
Bij de inschakeling voert het instrument een lampentest uit, d.
w.z. het display en de symbolen knipperen een paar seconden
om aan te geven dat het instrument goed functioneert.
• Als het instrument de temperatuur van de cel weergeeft
wanneer hij is ingeschakeld, dan is het apparaat al
ingeschakeld;
• Als OFF (UIT) wordt weergegeven, houd dan de ON/OFF-
toets
enkele seconden ingedrukt om het apparaat in te
schakelen; het display toont de melding ON (AAN) gevolgd
door de temperatuur in de cel.
• Om het apparaat uit te schakelen enkele seconden op de
toets "ON/OFF" drukken; op het display wordt "OFF"
weergegeven.
Om het setpoint van de temperatuur in de cel te regelen,
gaat u als volgt te werk:
• Druk enkele seconden op de toets
SET POINT verschijnt op het display.
• Wijzig de waarde van SET door op de toets waardeverho-
ging "UP"
of de toets waardeverlaging "DOWN"
drukken.
• Als er 60 seconden lang geen knop wordt ingedrukt
(benodigde tijd voor "TIME OUT") of door éénmaal de
toets "SET" in te drukken, slaat de digitale thermostaat de
laatst ingestelde waarde op in het geheugen en keert de
normale weergave terug.
Het bereik van de temperatuurregeling is ingesteld op een
minimum en een maximum, volgens onderstaande waarden:
6
7
I.2.2
De
signaleringssymbolen:
9
8
I.2.3
I.2.3.1 Dienstalarmen en signaleringen
Het alarm wordt aangegeven door het aangaan van het
symbool
De signalering van het alarm wordt bovendien aangegeven op
het display met de verschijning van de alarmcode.
Bijvoorbeeld: De signalering van een alarm afkomstig van een
defecte sonde (met betrekking tot de sonde in de cel)
verschijnt direct op het display van het instrument met de
afwisselend knipperende indicaties E0 en rE (raadpleeg stand
1 van de alarmentabel).
De signalering van een alarm afkomstig van een defecte
sonde van de verdamper (sonde verdamper) verschijnt direct
op het display van het instrument met knipperende indicatie E1
(raadpleeg stand 2 van de alarmentabel).
I.2.3.2 Temperatuuralarmen en signaleringen (geldig
Het alarm wordt aangegeven door het aangaan van het
symbool
aangegeven op het display met de verschijning van de
alarmcode (zie hoofdstuk L.2 Problemen en oplossingen).
De signaleringen van een temperatuuralarm, met betrekking
tot de sonde van de thermostaat, verschijnen direct op het
en de waarde van het
display van het instrument met de indicatie HI (alarm maximale
temperatuur) en LO (alarm minimale temperatuur).
Bij het openen van de deur begint het display samen met het
pictogram te knipperen. Als de deur langer dan enkele minuten
te
open blijft staan, verschijnt op het display het opschrift dor
(vergezeld van het geluidssignaal), met tussendoor de tempe-
ratuurwaarde. Als de deur gesloten wordt, wordt het alarm
uitgeschakeld.
I.2.4
Automatische ontdooiing
Min. instelling =
Max. instelling =
Min. instelling =
Max. instelling =
Signaleringssymbolen
digitale
thermostaat
brandt
Dit symbool geeft aan dat de compres-
sor geactiveerd is.
brandt
Dit symbool geeft aan dat de hand-
matige ontdooiing aan de gang is.
brandt
Dit symbool geeft aan dat de ventilato-
ren in het compartiment (indien
aanwezig) geactiveerd zijn.
brandt
Dit symbool geeft aan dat de extra
toepassingen (indien aanwezig) geacti-
veerd zijn.
brandt
Dit symbool geeft aan dat er zich een
dienstalarm heeft voorgedaan tijdens
de werking van het apparaat.
brandt
Geeft aan dat er een temperatuuralarm
geactiveerd is tijdens de werking van
het apparaat.
Alarmen
.
voor alle apparaten)
. De signalering van het alarm wordt bovendien
Ontdooiing
- 22℃
- 15℃
- 2℃
+ 10℃
heeft
de
volgende
23
Advertenties
Inhoudsopgave
