Inhoudsopgave
Advertenties
Beschrijving van de signaalin-/uitgangen
38
•
Alle weergegeven sequenties staan tussen aanhalingstekens
(bijv. "5E"). Deze wijzen op de overdracht als ASCII-string.
Afzonderlijke ASCII-tekens worden in deze sectie tussen enkele
aanhalingstekens geplaatst (bijv. '5').
•
Aangezien de tekens STX en ETX niet kunnen worden
weergegeven, gebruiken wij als notatie <STX> (komt overeen
met de waarde 0x02) en <ETX> (komt overeen met de waarde
0x03).
•
De waarden van de verzonden parameters worden eveneens
gesymboliseerd tussen de driehoekige haakjes. Afhankelijk van
de variabele en het mogelijke waardebereik ervan, is de waarde
<VAL> samengesteld uit de volgende tekens: 0", "1", "2", "3", "4",
"5", "6", "7", "8", "9"; bijv.: "0" of "125".
•
Het scheidingsteken (delimiter) "|" wordt gebruikt om de
afzonderlijke gegevens van elkaar te scheiden. Het komt overeen
met de waarde 124 van de ASCII-tabel.
•
Om de gegevensoverdracht te controleren, wordt een
controlesom (checksum) berekend en mee verzonden. Deze
controlesom bestaat uit een low byte (CSL, checksum low) en
een high byte (CSH, checksum high). Het resultaat van de
controlesom wordt in ASCII-formaat verzonden. Dit betekent dat,
bijv. bij een hexadecimale waarde van 0x5E voor bijv. de low
byte, "5E" wordt verzonden in de string. De notatie in de hier
weergegeven sequenties is <CSL> en <CSH>, in bovenstaand
voorbeeld zou dan voor <CSL> "5E" te vinden zijn in de string.
Het externe station ontvangt het antwoord van de Testomat
Modul CL-R, berekent de controlesom van alle tekens tussen
<STX> en <CSL> en vergelijkt de berekende controlesom met de
door het apparaat verzonden controlesom. Als deze gelijk zijn, is
de overdracht in orde.
®
Advertenties
Inhoudsopgave
