Opmerking
Als u het printerstuurprogramma niet kunt installeren:
Installeer het printerstuurprogramma handmatig:
Selecteer in de toepassing Seagull Driver Wizard Install printer drivers
(Printerstuurprogramma's installeren) > Others (Overige).
Verwijder de printerstuurprogramma's:
Selecteer in de toepassing Seagull Driver Wizard Remove printer drivers
(Printerstuurprogramma's verwijderen) > Automatically remove all Drivers by Seagull
(Alle stuurprogramma's automatisch laten verwijderen door Seagull) of Use advanced
printer driver removal options (Geavanceerde opties voor het verwijderen van
printerstuurprogramma's gebruiken).
Reset de printerinstellingen:
Start de BPM en klik op Printerfunctie > Fabrieksinstell.
5.1.2 Wi-Fi-netwerkverbinding (Windows)
Opmerking
Voor het gebruik van Wi-Fi is een optionele Wi-Fi-interface (PA-WI-002) vereist.
Zorg dat zowel de draadloze router/het draadloze toegangspunt als de netwerkinstellingen van de
printer juist zijn ingesteld. Raadpleeg voor meer informatie de documentatie die bij de draadloze
router/het draadloze toegangspunt is geleverd of neem contact op met de fabrikant van de router,
uw systeembeheerder of uw internetprovider.
1. Configureer de netwerkinstellingen:
- Met de BPM
a. Sluit de printer met een USB-kabel aan op de computer.
b. Klik op Printerconfiguraties > Wi-Fi.
c.
Geef de SSID, de Versleuteling en de Toets (het Netwerkwachtwoord) op en klik op
Instellen.
d. Klik op Ophalen.
e. Klik op Printerfunctie > Configuratiepagina.
De netwerkinstellingen worden afgedrukt. Controleer of het IP-adres van de printer juist is.
- Met het touchscreen
a. Selecteer Interface > Wi-Fi.
b. Geef de waarden op voor SSID, Security (Versleuteling) en Password (Wachtwoord).
c.
Als u dat hebt gedaan, worden het Wi-Fi-pictogram en het IP-adres van de printer op het
touchscreen weergegeven.
38