6-Dagelijks gebruik
6-1
Opmerking: Strakheid
Voor gebruik moet u controleren op lekken in de verbindingen tussen de kraan en de
inlaatslang door de kraan open te draaien.
6-3
OPGELET!
Niet-textiel en kleine, losse voorwerpen of voorwerpen met een scherpe rand, kunnen
defecten veroorzaken en schade toebrengen aan zowel de kledij als de machine.
14
6.1 Voeding
6-2
Sluit de wasmachine aan op het lichtet (220V tot
240V~/50Hz; afb. 6-1). Raadpleeg ook de sectie IN-
STALLATIE.
6.2 Waterverbinding
▶ Controleer of de watertoevoer schoon en in goede
▶ Draai de kraan open (afb.6-2).
6.3 Wasgoed voorbereiden
▶
▶
▶
▶
▶
▶
▶
▶
staat is, voor u de wateraanvoerslang aansluit.
Sorteer de kledij naargelang de stof (katoen, syn-
thetisch, wol of zijde) en vuilheid (afb. 6-3). Let
op de onderhoudssymbolen op de etiketten.
Scheid witte kledij van gekleurde kledingstukken.
Was gekleurde textiel eerst met de hand om te
controleren of de kleuren verbleken of uitlopen.
Maak de zakken leeg (sleutels, munten, etc.) en
verwijder hardere decoratieve voorwerpen (bijv.
spelden).
Kledingstukken zonder zomen, delicaat was-
goed en fijn gewoven textiel zoals fijne gordijnen
moeten in een waszak worden geplaatst (hand-
wassen of de stomerij zijn betere opties).
Sluit ritssluitingen, velcro bevestigingen en ha-
ken, zorg ervoor dat de knoppen stevig zijn aan-
genaaid.
Plaats gevoelige items zoals wasgoed zonder
een stevige zoom, delicaat ondergoed en kleine
items zoals sokken, riemen, beha's, etc. in een
waszak.
Ontvouw grote stukken wasgoed zoals bedden-
goed, spreien, etc.
Draai jeans, gedecoreerde of kleur-intensieve
kleding binnenstebuiten; liefst afzonderlijk was-
sen.
NL