5.2 Instructies voor bevestigen laadregelaar
Zorg ervoor dat de laadregelaar niet wordt blootgesteld aan direct zonlicht of andere warmtebronnen.
Voorkom ook dat stof, vuil en vocht de laadregelaar kan binnen dringen. Bevestig de laadregelaar
verticaal tegen een vlakke en hittebestendige achtergrond. Zorg ervoor dat er rondom de laadregelaar
minimaal 15cm ruimte is zodat de lucht vrij kan circuleren. Plaats de laadregelaar zo dicht mogelijk bij de
accu zodat er een minimaal spanningsverlies is. Teken de plaats van de laadregelaar af door de gaatjes te
markeren met een stift of potlood. Boor 4 gaatjes (plaats eventueel pluggen) en zet de laadregelaar vast
tegen de muur met de aansluitingen aan de onderkant.
5.3 Ophangen van de laadregelaar
Boor 4 gaatjes in de muur volgens de hierboven beschreven voorschriften en draai de 4 schroefjes (M5)
erin. Hang de laadregelaar op aan de schroefjes.
5.4 Aansluiten
WAARSCHUWING: Het zonnepaneel kan hoge spanningen produceren (> 100 V)
wanneer ze worden blootgesteld aan zonlicht. Dit is zeker het geval wanneer
meerdere zonnepanelen in serie zijn geschakeld. Dek de zonnepanelen af wanneer
u deze voor het eerst installeert.
WAARSCHUWING: Explosiegevaar! Een explosie kan plaatsvinden wanneer de plus- en
minpool van de accu met elkaar in verbinding komen (kortsluiting). Wees altijd extra alert
wanneer u met een accu (en stroomkring) werkt.
VOORZICHTIG: 1
laadregelaar, laat de regelaar een temperatuur van de batterij zien van 25 ºC.
2. Sluit een omvormer direct aan op de accu en niet op de LOAD terminals van de
laadregelaar!
WARME LUCHT
KOELE LUCHT
. W
anneer de externe temperatuursensor niet is aangesloten op de
>15CM
>15CM