6.3
Veiligheidsvoorzieningen
▪
De aflaatklep kan de druk verlagen wanneer deze een vooraf ingestelde waarde overstijgt.
▪
De trekkervergrendeling op het pistool (9): de trekker (8) van het pistool bevat een
vergrendeling (9). Wanneer de knop ingeschakeld staat, kan de trekker (8) van het pistool
niet geactiveerd worden.
▪
Een thermische sensor beschermt de motor tegen overbelasting. Het toestel zal na een
aantal minuten herstarten wanneer de thermische sensor is afgekoeld.
7 MONTAGE
Dit deel legt in detail uit hoe u uw hogedrukreiniger klaar maakt voor gebruik.
7.1
Montage van het pistool (Fig. 1)
▪
Stop de spuitlans in het pistool. Duw en draai ze in wijzerzin op het pistool. Wanneer de
twee onderdelen goed met elkaar verbonden zijn, kunt u ze niet meer van elkaar scheiden
door ze recht uit elkaar te proberen te trekken.
▪
Stop de instelbare spuitmond op de spuitlansaansluiting. Doordat dit een
snelkoppelingssysteem betreft, hoeft u hem enkel rechtstreeks en krachtig op de
spuitlansaansluiting te duwen totdat hij handvast zit en op zijn plaats vergrendelt.
Wanneer de onderdelen goed met elkaar verbonden zijn (kraag van instelbare spuitmond
moet in de opening van de spuitlansaansluiting passen), kunt u de twee onderdelen niet
meer van elkaar scheiden door ze recht uit de spuitlansaansluiting te proberen te trekken.
7.2
Montage van de accessoirehouder en de wielen (Fig. 2)
▪
Schroef de accessoirehouder stevig op de achterkant van de machinebehuizing vast.
▪
Monteer de wielen op de machinebehuizing.
7.3
Montage van de handgreep van het wagentje (Fig. 3)
1.
Plaats de handgreep op het toestel.
2.
Zet de handgreep met de 2 schroeven vast.
8 BEDIENINGSINSTRUCTIES
8.1
Aansluiten van de tuinslang (Fig. 3)
▪
Verwijder de plastic dop vóór u de waterinlaataansluiting op de hogedrukreiniger
bevestigt.
▪
Sluit de slangaansluiting (met ingebouwd filter) aan op de hogedrukreiniger.
▪
Sluit de tuinslang aan met een standaard snelkoppeling.
8.2
Aansluiten van de hogedrukslang (Fig. 4)
▪
Sluit de hogedrukslang aan op het pistool en het toestel.
▪
Maak de hogedrukslang los door op de pal (A) of de knop (B) te drukken.
8.3
Aanbrengen van de lans en spuitmond
▪
Duw de lans in het pistool.
▪
Draai ze hierna vast. Opgelet: zorg ervoor dat de lans correct aan het pistool is
vastgemaakt.
▪
Breng de spuitmond aan. Duw deze krachtig in de lans. Controleer of de spuitmond goed
gemonteerd zit, vóór u de trekker bedient.
8.4
De zeepfles aanbrengen (Fig. 5)
▪
Stop de zeepfles in het pistool. Duw en draai de zeepfles in tegenwijzerzin handvast op
het pistool om ze op haar plaats vast te zetten.
8.5
Wateraansluiting
Een ½" standaard tuinslang van minimaal 10 m en maximaal 25 m is geschikt.
Copyright © 2022 VARO
POWXG90501
P a g i n a
| 8
NL
www.varo.com