A2600
[h] knippert op het scherm wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt
en opnemen is niet mogelijk
(=
38).
A1400
[Laden flitser] wordt weergegeven wanneer de ontspanknop wordt
ingedrukt en opnemen is niet mogelijk
[
] verschijnt wanneer de ontspanknop half wordt
ingedrukt
(=
43).
•
Stel de flitsermodus in op [h]
(=
64).
•
Verhoog de ISO-waarde
(=
58).
De opnamen zijn niet scherp.
•
Druk de ontspanknop half in om scherp te stellen op het onderwerp en druk de knop
daarna volledig in om een opname te maken
•
Zorg dat de onderwerpen zich binnen het scherpstelbereik bevinden
•
Stel [Lampinstelling] in op [Aan]
(=
46).
•
Bevestig dat onnodige functies zoals macro worden uitgeschakeld.
•
Probeer op te nemen met de focusvergrendeling of AF-vergrendeling
Er worden geen AF-kaders weergegeven en de camera stelt niet
scherp wanneer de ontspanknop half wordt indrukt.
•
Om de AF-kaders weer te geven en de camera goed te laten scherpstellen, probeert
u de gebieden met veel contrast in het centrum van de compositie te plaatsen voordat
u de ontspanknop half indrukt. Of probeer de ontspanknop meerdere malen half in te
drukken.
De onderwerpen in de opnamen zijn te donker.
•
Stel de flitsermodus in op [h]
(=
64).
•
Pas de helderheid aan met behulp van belichtingscompensatie
•
Pas het contrast aan met i-Contrast
(=
•
Gebruik AE lock of spotmeting
(=
57).
(=
38).
(=
31).
(=
121).
(=
62, 64).
(=
56).
58, 80).
De onderwerpen zijn te helder, de highlights zijn vervaagd.
•
Stel de flitsermodus in op [!]
(=
43).
•
Pas de helderheid aan met behulp van belichtingscompensatie
•
Gebruik AE lock of spotmeting
(=
57).
•
Verminder de belichting van het onderwerp.
De opnamen zijn te donker, ondanks dat er is geflitst
•
Maak de opname binnen het bereik van de flits
•
Verhoog de ISO-waarde
(=
58).
De onderwerpen in geflitste foto's zijn te helder, de highlights zijn
vervaagd.
•
Maak de opname binnen het bereik van de flits
•
Stel de flitsermodus in op [!]
(=
43).
Er verschijnen witte stippen of andere beeldartefacts in geflitste
opnamen.
•
Dit komt doordat het licht van de flitser wordt weerspiegeld door stof- of andere
deeltjes in de lucht.
Opnamen zien er korrelig uit.
•
Verlaag de ISO-waarde
(=
58).
•
Hoge ISO-waarden kunnen in sommige opnamemodi leiden tot korrelige beelden
De onderwerpen hebben rode ogen
•
Zet [Lampinstelling] op [Aan]
(=
46) om het licht voor rode-ogenreductie
te activeren in geflitste foto's. Denk erom dat u geen opname kunt maken terwijl het
licht voor rode-ogenreductie brandt (dit is ongeveer 1 seconde), omdat het licht rode
ogen tegengaat. U krijgt de beste resultaten als uw onderwerpen naar het licht voor
rode-ogenreductie kijken. Probeer ook om de verlichting binnenshuis te verbeteren of
dichter bij het onderwerp te gaan.
•
Bewerk beelden met Rode-ogencorrectie
Het schrijven naar een geheugenkaart duurt te lang of het maken van
continu-opnamen gaat langzamer.
•
Voer via de camera een low-level format van de geheugenkaart uit
Instellingen voor opnamen of voor het menu FUNC. zijn niet beschikbaar.
•
Beschikbare instellingen variëren per opnamemodus. Zie "Beschikbare functies per
opnamemodus", "Menu FUNC." en "Opnamemenu"
(=
56).
(=
37).
(=
121).
(=
121).
(=
58).
(=
45).
(=
4)
(=
80).
(=
85).
(= 113
– 116).
Voorblad
Opmerkingen vooraf
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
Inhoudsopgave:
basishandelingen
basishandelingen
Basishandleiding
Basishandleiding
Handleiding voor
Handleiding voor
gevorderden
gevorderden
Basishandelingen
Basishandelingen
1
van de camera
van de camera
Smart Auto-
2
modus
Andere
3
opnamemodi
4
P-modus
5
Afspeelmodus
Menu
6
Instellingen
7
Accessoires
8
Bijlage
Index
107