Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Bedraad Domotica-Systeem; Eindcontrole; Gasdichtheid; Gasdruk/Voordruk - Dru Metro 100XT-41 RCH Installatiehandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor Metro 100XT-41 RCH:
Inhoudsopgave

Advertenties

IN S T A LLA TIE H A N DLE ID IN G

6.2 Bedraad domotica-systeem

(indien van toepassing)
Het toestel kan naast bediening door middel van de afstandsbediening en de DRU Fire App ook via een externe
bron worden bediend. Een bedraad domotica-systeem kan direct worden aangesloten op de ontvanger
(Bijlage 3, afb. 36 (D)).
!Tip
Het bedraad aansluiten van een domotica-systeem op de ontvanger werkt met een gelijkspanning van 0-10V
(Bijlage 3, afb. 37). Door de hoogte van de spanning te meten, weet de ontvanger in welke stand het toestel
geschakeld moet worden. Grafiek 9.1 geeft de relatie tussen de spanning, de hoogte van de vlam en het
aantal branders (1 of 2) weer.
Wanneer het toestel aangestuurd wordt door middel van een domotica-systeem kan de bediening op elk
moment worden overgenomen door de afstandsbediening en/of de DRU Fire App. Na overname van de
afstandsbediening en/of App dient het domotica-systeem terug gezet te worden naar de nulstand (0V)
voordat aansturing van het toestel hiermee weer mogelijk is.
Een spanning hoger dan 10V schaadt de ontvanger.
!Let op
Ga als volgt te werk bij het aansluiten van het domotica-systeem op de ontvanger:
Ø
Sluit het 0-10VDC signaal aan op aansluiting (D), waaraan een zwarte (-) en een gele (+) draad gekoppeld zijn
(Bijlage 3, afb. 36 (D))
Ø
Activeer de domotica functionaliteit in het servicemenu van de DRU Fire App door de parameters van functie
'42003 Domotica Activeren' te wijzigen van 0 naar 14.
Ø
Schakel de branders uit met behulp van het domotica-systeem.
Ø
Meet het voltage op contact D. Indien er ≥1,0V gemeten wordt dient er een 2200Ω ≥0.25W weerstand (D
contact D geplaatst te worden.
!Let op
Sluit geen weerstand aan wanneer er <1,0V gemeten wordt.

7. Eindcontrole

Ter controle van een goede en veilige werking van het toestel dienen onderstaande controles vóór
ingebruikname te worden uitgevoerd.

7.1 Gasdichtheid

Alle aansluitingen dienen gasdicht te zijn. Controleer de aansluitingen op gasdichtheid.
!Let op
Het gasregelblok mag aan een druk van maximaal 50 mbar blootgesteld worden.

7.2 Gasdruk/voordruk

De branderdruk is fabrieksmatig afgesteld; zie typeplaatje.
De voordruk in huisinstallaties dient gecontroleerd te worden, omdat deze onjuist kan zijn.
!Let op
Ø
Controleer de voordruk. Zie Bijlage 3, Afb 38 (P1) voor de meetnippel op het gasregelblok.
Neem contact op met het energiebedrijf als de voordruk te hoog is.
Als de voordruk te laag is, controleer deze bij de gasmeter. Neem contact op met het energiebedrijf als de
druk bij de gasmeter ook te laag is.

7.3 Ontsteking hoofdbrander

Zie voor het ontsteken van de hoofdbrander de Gebruikershandleiding.
R
) over
17

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Metro 100xt-41 tunnel rch

Inhoudsopgave