Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Tunnelventilatieregeling; Koelregeling - STIENEN BO-AIR CL Gebruikershandleiding

Luchtinlaatregelaar voor natuurlijk geventileerde stallen
Inhoudsopgave

Advertenties

De eerste kalibratie in tijdmodus wordt handmatig uitgevoerd. De gebruiker moet het start- en eind-
kalibratiecommando handmatig uitvoeren. De besturing weet immers niet wanneer de eindpositie is
bereikt. Het eindcommando moet zo nauwkeurig mogelijk worden gegeven om de benodigde tijd voor
openen/sluiten zo precies mogelijk te bepalen. Bij het gebruik van eindschakelaars gebeurt dit automatisch.
De gordijnregeling past de gordijnpositie niet continu aan. Bij het bereiken van een ingestelde positie blijft
het gordijn 15 seconden in deze positie staan. Daarna controleert de regeling de positie opnieuw. Ook een
hysterese-instelling zorgt ervoor dat de positie stabiel blijft, zolang de hysterese niet wordt overschreden.
De gordijnregeling activeert vanaf een absolute ingestelde temperatuur, met bandbreedte, minimum en
maximum gordijnopeningen. Een nieuw berekende gordijnpositie wordt dan naar de BP04 gestuurd. De
gordijnmechanica zorgt voor een vloeiende overgang.
Wanneer de gebruiker in tijdbasismodus de motorsturing handmatig met de knop op de behuizing
bedient, is de positie voor de regelaar onbekend. De gebruiker dient dan de oorspronkelijke positie
zo goed mogelijk herstellen of eventueel de regelaar uitschakelen voor een nieuwe nulpuntkalibratie.
In tijdbasismodus gaat de huidige positie na uitschakelen van de regelaar verloren. Daarom wordt 30
seconden na opstarten een nulpuntkalibratie uitgevoerd om de actuele positie te herstellen.
Nulpuntkalibratie moet dan wel ingeschakeld zijn. Schakelt u alleen het HMI display uit, dan behoudt de
BP04 bodemprint de actuele positie. Desondanks wordt ook in deze situatie gekalibreerd.
Wanneer u tussen feedback- en tijdbasismodus wisselt, zelfs voor korte tijd, moet u de motorbesturing
opnieuw instellen.
Tijdens configuratie moeten de eindschakelaars correct aangesloten worden. Sluit in ieder geval het P-
contact aan op het OPEN- en DICHT-contact om de motorbesturing te laten werken. Doet u dat niet, dan
zijn de magneetschakelaars voor het bedienen van de gordijnen uitgeschakeld. Tevens dient u een externe
handschakelaar aan te sluiten of op zijn minst het P-contact en AUTO-contact door te verbinden.

4.6 Tunnelventilatieregeling

Bij tunnelventilatie stroomt de lucht in lengterichting door de stal. De gordijnen links en rechts zijn dan
(bijna) gesloten. De nokventilatie kan actief blijven, indien gewenst.
Tunnelventilatie maakt gebruik van een aan/uit-ventilator en een tunnelluchtinlaat. Staat de ventilator aan,
is de tunnelinlaat open. Staat de ventilator uit, is de tunnelinlaat gesloten.
De tunnelventilatie activeert bij een temperatuuroffset na streeftemperatuur nokventilatie/gordijnregeling
+ bandbreedte nokventilatie/gordijnregeling. De eigenlijke ventilatie start na een instelbare vertraging, om
er zeker van te zijn dat andere regelingen in de juiste stand staan. Zodra de temperatuur weer daalt, wordt
een instelbare hysterese gebruikt om de tunnelventilatie te stoppen.

4.7 Koelregeling

Wanneer tunnelventilatie niet toereikend is om de temperatuur onder een bepaald niveau te houden, is
koeling nodig. We onderscheiden twee manieren van koelen:
Aan/Uit-koelregeling met een instelbare hysterese
Modulerende koelregeling
Een puls-pauze-regeling met vaste aan-tijd. De uit-tijd is afhankelijk van het gewenste koelniveau,
maar is begrensd door de ingestelde minimum en maximum uit-tijd. Aan de onderzijde van de
koelbandbreedte wordt dezelfde hysterese gebruikt als bij de aan/uit-koeling. De modulerende
koeling regelt tijdens de hysterese op minimum niveau.
BO-AIR-CL-G-NL02010
4. Regelingen
6

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Gerelateerde Producten voor STIENEN BO-AIR CL

Inhoudsopgave