- "Redundantiemodus"
De eerste klep gaat afhankelijk van de druk open. De tweede neemt het over bij een fout, maar gaat niet open
afhankelijk van de druk.
- "Gespreide modus" (fabrieksinstelling (FS))
De eerste klep gaat afhankelijk van de druk open. De tweede neemt het over bij een fout, maar opent ook afhankelijk
van de druk na een vertraging.
- "Parallelle modus"
Beide kleppen gaan altijd tegelijkertijd open.
Minimale bovenste werkdruk (analoge ingang)
(Alleen met TopControl)
Het beperken van de bovenste werkdruk tot een minimumwaarde. Ongeacht de grootte van het externe
setpointsignaal van de analoge ingang van de basisprintplaat, kan het hier geconfigureerde druksetpoint nooit onder
deze waarde komen.
(FS = 0,0 bar)
Details vindt u in het hoofdstuk "Extern setpoint" in het TopControl machinehandboek.
Maximale bovenste werkdruk (analoge ingang)
(Alleen met TopControl)
Het beperken van de bovenste werkdruk tot een maximale waarde. Ongeacht de grootte van het externe
setpointsignaal van de analoge ingang van de basisprintplaat, kan het hier geconfigureerde druksetpoint nooit worden
overschreden.
(FS = 40,0 bar)
Details vindt u in het hoofdstuk "Extern setpoint" in het TopControl machinehandboek.
Minimale bovenste werkdruk (Busmodule)
(Alleen met TopControl)
Het beperken van de bovenste werkdruk tot een minimumwaarde. Ongeacht de grootte van het externe setpoint via
Busmodule kan het hier geconfigureerde druksetpoint nooit onder deze waarde komen.
(FS = 0,0 bar)
Details vindt u in het hoofdstuk "Extern setpoint" in het TopControl machinehandboek.
Maximale bovenste werkdruk (Busmodule)
(Alleen met TopControl)
Het beperken van de bovenste werkdruk tot een maximale waarde. Ongeacht de grootte van het externe setpoint via
Busmodule kan het hier geconfigureerde druksetpoint nooit worden overschreden.
(FS = 40,0 bar)
Details vindt u in het hoofdstuk "Extern setpoint" in het TopControl machinehandboek.
5.3.3.2. Bijvullen
Bijvullingmodus
Selectie van de bedrijfsmodus met geactiveerde bijvulmodule EMCF/EPCF.
33