Gebruikershandleiding van de Koepel netwerksnelheid E-serie
Pre-record: De tijd dat u begint met opnemen voor de geplande tijd van de gebeurtenis.
Als bijvoorbeeld een alarm de opname om 10:00 uur activeert en de vooropnametijd 5
seconden is, begint de snelle koepel om 9:59:55 uur met opnemen.
De vooropnametijd kan worden geconfigureerd als No Pre-record, 5s, 10s, 15s, 20s, 25s,
30s of not limited.
De vooringestelde tijd wijzigt afhankelijk van de bitrate van de video.
Post-record: De tijd dat u stopt met opnemen na de geplande tijd van de gebeurtenis.
Als bijvoorbeeld een alarm de opname om 11:00 activeert en de na-opnametijd
5 seconden is, stopt de snelle koepel om 11:00:05 met opnemen.
De na-opnametijd kan worden geconfigureerd als 5s, 10s, 30s, 1min, 2min, 5min of
10min.
Stream Type: U kunt het streamtype selecteren voor het opnemen, Main stream, Sub
Stream en Third Stream zijn selecteerbaar. Als u de Sub stream selecteert, kunt u langer
opnemen met dezelfde opslagcapaciteit.
De vooropname en na-opnameparameters verschillen afhankelijk van de modellen van
de snelle koepel.
4. Klik op OK om de geavanceerde instelling op te slaan.
5. Selecteer een Opnametype. Het opnametype kan Continuous, Motion, Alarm, Motion |
Alarm, Motion & Alarm en Event zijn.
Normal: Als u Continuous selecteert, wordt de video automatisch opgenomen
afhankelijk van de tijd van de planning.
Opname geactiveerd door Motion Detection: Als u Motion selecteert, wordt de video
opgenomen als er beweging wordt gedetecteerd. Naast het configureren van de
opnameplanning, moet u het gebied van de bewegingsdetectie instellen en het
selectievakje naast Trigger Recording inschakelen in de Linkage Method of de interface
Instellingen voor bewegingsdetectie. Voor gedetailleerde informatie, raadpleegt u Sectie
Bewegingsdetectie configureren.
© Hikvision
Afbeelding 5–2 Opnameparameters
36