All manuals and user guides at all-guides.com
NL
Zelfs bij het gebruik van een aardlekschakelaar is
absolute veiligheid niet gegarandeerd. Volg altijd
de bijgeleverde veiligheidsinstructies. Draag bij
voorkeur schoenen met dikke rubberzolen.
Test vóór ieder gebruik de werking van de
aardlekschakelaar.
Bij een onbetrouwbare netspanningsaansluiting
kan er tijdens het starten van de machine een korte
spanningsval optreden. Dit kan dan weer effect
hebben op andere apparatuur (bijv. lampen kunnen
flikkeren.)
Met een impedantie van Z
< 0,41 ohm zijn
max
zulke storingen echter zeer onwaarschijnlijk.
DE MOTOR STARTEN EN UITSCHA-
KELEN
Controleer of de hakselaar leeg is voor-
dat u de motor start.
De motor kan pas worden herstart als
deze niet meer draait.
1. Starten de motor uit door op de groene stop-
knop te drukken (9.1 in afbeelding 4).
1. Schakel de motor uit door op de rode stopknop
te drukken (9.0 in afbeelding 4).
ROTATIERICHTING WIJZIGEN
Draai nooit aan de rotatieschakelaar
(10) als de motor draait!
U verandert de rotatierichting als volgt.
1. Schakel de motor uit door op de rode stopknop
te drukken (9.0 in afbeelding 4).
2. Wacht tot de messen zijn gestopt.
3. Zet de rotatieschakelaar (10) in de gewenste po-
sitie.
4. Druk op de groene startknop (9-1) en houd deze
ingedrukt tot het vastgelopen materiaal is ver-
werkt.
5. Wacht tot de messen zijn gestopt.
6. Zet de schakelaar (10) terug en ga verder met
hakselen.
MOTORBEVEILIGING
De hakselaar is voorzien van een ingebouwde
motorbeveiliging (8) die overbelasting van de
motor voorkomt.
Wanneer materiaal vast komt te zitten, wordt de
stroomvoorziening na een paar seconden
onderbroken en wordt de motor uitgeschakeld.
Wat te doen bij overbelasting:
38
NEDERLANDS
1. Wacht ten minste een minuut.
2. Herstel de motorbeveiliging (8) door op de re-
set-knop te drukken.
3. Verwijder het vastgelopen materiaal zoals hier-
boven bij punt 3 tot 6 beschreven.
NOODSTOP
Om de machine in geval van nood snel te laten
stoppen, drukt u op de rode drukknop (9-0).
ONDERBREKINGSSCHAKELAAR
De machine is voorzien van een
onderbrekingsschakelaar. Dit betekent dat de
hoofdschakelaar automatisch wordt uitgeschakeld
bij stroomuitval. De machine kan opnieuw worden
gestart door de stekker in het stopcontact te steken
en de hoofdschakelaar in te drukken.
MALEN
De volgende soorten materialen kunnen in de
compostmolen worden vermalen:
- twijgen en takken
- snoeiafval van struiken.
- snoeiafval van heggen.
- resten van planten en ander tuinafval dat
geschikt is om te vermalen.
Voorbeelden van materiaal dat niet geschikt is om
te vermalen:
- glas, metaal, plastic zakken, stenen, stof, wor-
tels met aarde.
- afval dat geen vaste consistentie heeft, bijv.
keukenafval.
Om beschadiging van de machine te voorkomen
raden we u aan de maximale afmetingen van de
twijgen en takken niet te overschrijden:
< 40 mm doorsnede.
Plaats de molen voordat u gaat malen op een
zeildoek of iets dergelijks. Zo wordt het gemalen
materiaal opgevangen en kunt u het gemakkelijker
verwijderen.
Het te vermalen materiaal wordt in de
toevoertrechter ingevoerd en wordt, als het niet te
groot van omvang is, langzaam in de draaiende
messen getrokken.
Takken en twijgen liefst meteen na het afknippen/
afzagen vermalen. Deze materialen worden erg
hard als ze uitdrogen en de maximale doorsnede
van het te vermalen materiaal neemt dan af.
Veel tuinafval bevat flink wat water en plakt
daarom gauw vast. Laat tuinafval daarom enkele
dagen drogen voordat u het gaat vermalen.
Berg de molen binnen op een droge plaats op.