Onderhoud en reiniging
5. Reinig de netfilter (A). Borstel het vuil met
uw hand van het filter. Gebruik een zachte,
droge doek om eventuele aanslag te
verwijderen.
6. Verwijder het schuimfilter (B) dat achter
het netfilter zit. Was het schuimfilter in
een wasmachine en gebruik daarvoor een
spoel- of snel programma. Wasmiddel of
heet wassen is niet nodig. Het vuil wordt
weggewassen en het filter raakt niet
beschadigd.
7. Maak de condensor (C) schoon door met een
plantenspuit water op de ribben te spuiten.
Het vuil spoelt er samen met het water
af en wordt door de condenswaterpomp
afgevoerd.
8. Vervang beide filters en sluit de
condensordeur.
LET OP!
Raak de ribben op de condensor niet aan. Deze
zijn erg dun en raken snel beschadigd. Als de
ribben gebogen of beschadigd zijn, neemt de
efficiëntie van de condensor, en daarmee het
droogresultaat, aanzienlijk af.
OPMERKING!
Reinig het filter na ieder droogprogramma.
Plaats het filter niet als deze vochtig of nat is.
Een vochtig of nat filter kan fouten veroorzaken
in de werking.
OPMERKING!
Zonder filters of met beschadigde filters mag
de droger niet gebruikt worden. De filters
voorkomen dat opgehoopte vezels uit de
kleding in het apparaat terechtkomen en
defecten of storing veroorzaken.
De buitenkant van de machine
reinigen
U dient de buitenkant van de machine en
het programmapaneel te reinigen met een
mild schoonmaakmiddel. Gebruik geen
oplosmiddelen omdat deze de machine kunnen
beschadigen. Spuit de machine niet schoon met
een slang en besproei deze ook niet met water.
LET OP!
Voorkom dat er zich stof ophoopt rond de
machine. Zorg ervoor dat de omgeving van de
wasdroger schoon en koel blijft; hitte en vocht
verlengen de droogtijden.
17