5 Functie
5.1 Werkingsbereik
5.2 Wanneer welke functie gebruiken
FTXF20~42F5V1B
Daikin kamerairconditioner
4D153789-1 – 2024.09
Gebruik het systeem binnen de volgende temperatuur- en vochtgehaltebereiken
om een veilige en efficiënte werking te verzekeren.
Bedrijfsstand
(a)(b)
Koelen
(a)
Verwarmen
(a)
Drogen
(a)
Een beveiliging kan het systeem stilleggen als de unit buiten het bedrijfsbereik wordt
gebruikt.
(b)
Condensatie en druppelend water kunnen voorkomen als de unit buiten het bedrijfsbereik
wordt gebruikt.
In de volgende tabel vindt u een overzicht van welke functie te gebruiken:
Functie
Basisfuncties
Bedrijfsstanden en
temperatuur
Uitblaasrichting
Luchtdebiet
Geavanceerde functies
Econo
Werkingsbereik
▪
Buitentemperatuur: –10~48°C droge bol
▪
Binnentemperatuur: 18~32°C droge bol
▪
Binnenvochtigheid: ≤80%
▪
Buitentemperatuur: –15~24°C droge bol
▪
Binnentemperatuur: 10~30°C droge bol
▪
Buitentemperatuur: –10~48°C droge bol
▪
Binnentemperatuur: 18~32°C droge bol
▪
Binnenvochtigheid: ≤80%
Het systeem starten/stoppen en de
temperatuur instellen:
▪
Een kamer verwarmen of koelen.
▪
Lucht in een kamer blazen zonder te
verwarmen of te koelen.
▪
De vochtigheidsgraad in een kamer verlagen.
▪
In
de
Automatische
automatisch een gepaste temperatuur en
bedrijfsstand.
Uitblaasrichting regelen
De hoeveelheid in de kamer geblazen lucht
regelen.
Stiller werken.
Het systeem gebruiken wanneer u ook andere
grote stroomverbruikers gebruikt.
Energie besparen.
5
Functie
|
Taken
stand,
selecteer
Uitgebreide handleiding voor de gebruiker
17