Ventilatorcurve CombinAir
500
450
400
350
<15>
300
<14>
<13>
250
<12>
200
<11>
150
100
50
0
300
500
200
400
100
0
Qv [m�h]
Instelbaar in servicemenu (item <"F"> in submenu <"u">
De warmtepomp kan onder bepaalde condities teveel geluid
produceren. Dit geluid kan grofweg in drie groepen worden
ingedeeld, namelijk;
• Contactgeluiden.
• Luchtruis.
• Metaalachtig kloppen.
1.1
Contactgeluid wordt veroorzaakt doordat onderdelen en/of
plaatwerk tegen elkaar rammelen. Contactgeluid is bijzonder
ergerlijk voor de eigenaar en kan schade aan de warmtepomp
veroorzaken. Leidingen die langs elkaar of langs andere
onderdelen van de warmtepomp schuren kunnen lek raken
waardoor koudemiddel kan ontsnappen.
Procedure:
1
1.2
Luchtgeruis kan bij de CombinAir tot klachten leiden. Dit is
over het algemeen het meest overheersende bijgeluid van de
CombinAir. Er is veel aan te doen. Zorg ervoor dat de aan- en
afvoerkanalen goed zijn aangesloten. Voorkom kieren en
naden, plotselinge overgangen, scherpe hoeken en te nauwe
luchtkanalen.
Als het ventilatortoerental te hoog is ingesteld, zal dit
zondermeer geluidsklachten opleveren. Zorg er daarom
voor dat de ventilator op het juiste toerental is ingesteld. De
ventilator is juist ingesteld als de CombinAir een luchtdebiet
van 600 [m
gecontroleerd door een meting of aan de hand van de
ventilatorgrafiek van de CombinAir.
600
700
800
900
DAAL0008
Procedure:
1
2
3
4
DAAL0009
5
1 BIjgeLUIdeN
Contactgeluid
Bevestig loshangende onderdelen of creëer ruimte tussen
langs elkaar schurende onderdelen.
Luchtruis
/h] kan maken. Deze instelling kan worden
3
Controleer dat alle luchtkanalen goed afdichten op de
aansluitingen. Corrigeer indien nodig.
Hef knikken in kanalen op en vervang zonodig geknikte
buizen.
Controleer dat aan- en afvoerkanalen overal dezelfde
diameter van minimaal 180 mm hebben. Corrigeer zonodig.
Pas het toerental van de ventilator indien nodig aan.
Storingshulp Warmtepomp