Storingshulp Warmtepomp
Procedure:
1
Controleer de sensoren als het toestel langdurig blijft
ontdooien.
• In situaties waarbij de compressor niet mag starten. De
compressor moet dan minimaal 10 minuten uitgeschakeld
blijven om schade aan de warmtepomp te voorkomen.
• Als het toestel is uitgeschakeld vanwege optimalisatie.
Sommige regelingen schakelen de warmtepomp uit als
deze niet economisch werkt. Denk hierbij aan situaties
waarin de temperatuur van de instromende lucht of het
instromende verwarmingswater uitzonderlijk laag is.
3.2
Start algemene controles
Aan veel van de storingen die optreden zodra de CombinAir
in bedrijf wordt gesteld, liggen de onderstaande oorzaken
mogelijk ten grondslag;
• Problemen in de luchtstroming.
• Er staan geen of niet voldoende radiatorkranen open.
• Het verwarmingswatercircuit is niet goed ontlucht.
• Systeemdruk te laag of te hoog.
• Stekker CV-ketel verkeerd ingeplugd.
• De systeemcode is onjuist ingesteld.
• De gaskraan staat dicht.
!
Let op! Een storingsvrij CombinAir zal pas in bedrijf kunnen
komen als er een warmtevraag is. Dit betekent dat de
thermostaat voldoende hoog moet worden ingesteld!
3.2.1
Luchtstroming
Op diverse wijzen kan de stroming van de aangezogen lucht
verstoord raken. Storingen in het luchtaanzuigsysteem kunnen
verdeeld worden in 3 groepen, namelijk:
• Verstoppingen en/of lekkage in het inlaatsysteem.
• Onjuist werkende ventilator (zie Hfd. 9).
• Vervuiling van de verdamper en/of het filter.
10
CombinAir UHR