4
5. Installatie en opstarten
Schakel de voeding uit voordat u een elektrische aansluiting maakt.
De uitbreiding is ontworpen voor installatie binnen, in ruimtes met een normale luchtvochtigheid.
1. Installeer de uitbreidingsprint in de behuizing.
2. Gebruik de DIP-switches 1-5 voor het instellen van het uitbreidingsadres en bepaal hoe de
uitbreiding geïdentificeerd moet worden.
3. Sluit de bekabeling aan op de CLK, DAT en COM aansluitingen en sluit deze aan op de
uitbreidingsbus van het alarmsysteem (zie: installatiehandleiding voor het alarmsysteem). Om een
verbinding te maken wordt aanbevolen om gebruik te maken van onafgeschermde alarmkabel.
Wanneer er gebruik wordt gemaakt van twisted-pair type kabel, dan mogen de CLK (clock) en
DAT (data) signalen niet worden verzonden door één getwist paar. Alle aders moeten in één
kabel lopen.
4. Sluit de sabotagecontact bekabeling van uitbreiding behuizing aan op de TMP en COM
aansluitingen. (Sluit deze kort indien deze niet aangesloten wordt).
5. Sluit de detectoren aan op de zone ingangen (zie de installateurshandleiding van het
alarmsysteem voor het aansluitschema).
6. Afhankelijk van de gekozen voedingsmethode voor de uitbreiding; sluit de externe voeding aan op
de connector van de uitbreidingsprint of sluit de voedingsbekabeling aan op de +12V en COM
aansluitingen (de uitbreiding mag direct uit het alarmsysteem gevoed worden, vanaf een
uitbreiding met voeding of van een externe voeding).
De
uitbreiding
voedingsbronnen.
7. Zet de spanning op het alarmsysteem.
8. Start de uitbreiding identificatie procedure op in het alarmsysteem. Nadat de identificatie
procedure is afgerond zullen de zones en uitgangsnummers zijn toegewezen in het
alarmsysteem. De zone en uitgang nummering wordt beschreven in de
van het alarmsysteem. Het alarmsysteem controleert of de geïdentificeerde modules aanwezig
zijn in het alarmsysteem. Indien een module afgekoppeld wordt van de communicatie bus, de
positie van een DIP-switches gewijzigd wordt of de uitbreiding is vervangen door een andere
waarbij de DIP-switches instellingen identiek zijn, dan zal een sabotage alarm worden
geactiveerd.
9. Configureer de uitgangen en controleer deze op de juiste werking (de uitgang status wordt
weergegeven via de LED's).
10. Koppel de voeding los van het alarmsysteem.
11. Sluit nu de apparaten aan op de uitgangen.
12. Zet de voeding op het alarmsysteem.
6. Updaten van de firmware
Sluit op de RS-485 bus van de uitbreiding, een ACCO-USB converter aan, en sluit de converter aan
op de computer (zie: ACCO-USB converter handleiding). U kunt het programma en een uitgebreide
beschrijving voor het update procedure van de firmware vinden op www.osec.nl.
SATEL sp. z o.o. • ul. Schuberta 79 • 80-172 Gdańsk • POLAND
INT-PP
mag
nooit
tegelijkertijd
tel. + 48 58 320 94 00
info@satel.pl
www.satel.eu
gevoed
worden
INSTALLATIEHANDLEIDING
SATEL
vanuit
meerdere