1
Veiligheidsregels
1-2
1
Fundamentele veiligheidsaanwijzingen
1.1
Waarschuwingsaanwijzingen en symbolen
In de gebruikshandleiding worden de volgende aandui-
dingen resp. symbolen gebruikt voor bijzonder belangrijke
informatie:
AANWIJZING
Speciale informatie over het economisch gebruik
van de machine.
ATTENTIE
Speciale informatie resp. ge- en verboden ter
voorkoming van schade.
GEVAAR
Informatie resp. ge- en verboden ter voorkoming
van persoonlijke ongelukken en omvangrijke
materiële schade.
1.2
Gebruik voor het doel, waarvoor de
machine bestemd is
1.2.1
Deze machine is gebouwd volgens de stand van
de techniek en voldoet aan de algemeen geldende veilig-
heidstechnische regels. Desondanks kan het gebruik van
de machine gevaren voor leven en gezondheid van de
gebruiker of derden opleveren resp. kan er schade optre-
den aan de machine en andere voorwerpen van waarde.
1.2.2
De machine en alle door de fabrikant toegestane
aanbouwapparaten alleen in technisch onberispelijke staat
en in overeenstemming met het doel waarvoor ze bestemd
zijn, onder inachtneming van veiligheidsmaatregelen en
met vermijding van gevaren volgens de gebruikshandleidin-
gen (machine en motor) gebruiken! Let erop, dat storingen
die een veilig gebruik in gevaar brengen, direct worden
verholpen!
1.2.3
De machine is uitsluitend bestemd voor de in
deze gebruikshandleiding beschreven werkzaamheden.
Andere toepassingen zijn niet toegestaan. De fabrikant is
niet aansprakelijk voor schade, ontstaan door onoordeel-
kundig gebruik. De gebruiker draagt hiervoor zelf de volledige
verantwoordelijkheid.
Tot het gebruik in overeenstemming met het doel,
waarvoor de machine is bestemd, behoort ook het in acht
nemen van de gebruikshandleidingen (machine en motor)
en het voldoen aan de inspectie- en onderhoudseisen.
1.3
Organisatorische maatregelen
1.3.1
De gebruikshandleidingen (machine en motor)
moeten altijd binnen handbereik op de werkplek liggen.
S260/S261/S270/S271/Z260