2 – TELEFOONFUNCTIES
2-1 Een alfanumeriek toetsenbord gebruiken
Voor sommige functies, zoals de directory, is het gebruik van het alfanumerieke
toetsenbord vereist. Het toetsenbord schakelt automatisch over naar de alfanumerieke
modus wanneer u een van deze functies invoert.
Om een letter in te voeren, drukt u zo vaak als nodig is op de overeenkomstige toets op
het toetsenbord.
Voorbeelden:
-
Om een "A" in te voeren , drukt u één keer op 2
Om een "B" in te voeren , drukt u tweemaal op 2
-
-
Om achtereenvolgens een "A" en vervolgens een "B" in te voeren, voert u "A"
in , wacht u vervolgens tot de cursor naar het volgende teken is verplaatst en
voert u vervolgens een "B" in .
-
Om een spatie in te voeren, drukt u eenmaal op toets 1.
De belangrijkste beschikbare personages zijn verzameld in deze tabel:
Sleutels
1e
1
RUIMTE
2
HEEFT
3
4
5
6
7
8
9
0
Let op: Speciale tekens zijn beschikbaar met de * en # toetsen.
2-2 Een nummer kiezen
a) Normaal kiezen van een nummer
• Druk kort op de knop
• Kies het nummer van uw correspondent
• Druk aan het einde van de communicatie op de toets
b) Kies vooraf een nummer
• Kies het nummer van uw correspondent
ondersteuning
ondersteuning
2e
-
B
D
E
G
H
J
K
M
N
P
Q
T
u
W
X
0
ondersteuning
3e
4e
1
C
F
I
L
O
R
V
Y
13
ondersteuning
ondersteuning
5e
2
3
4
5
6
S
7
8
Z
9