5
FTP
Met de MFP-scanner kunt u documenten rechtstreeks scannen naar een FTP-server (File Transfer Protocol). U kunt per
keer slechts naar één FTP-adres verzenden.
Opmerking: Vóór het gebruik dient u FTP in te schakelen via het menu Toegang tot functies. Meer informatie vindt
u in Toegang tot functies beperken.
Als uw systeembeheerder een FTP-bestemming heeft geconfigureerd, wordt de naam van de bestemming beschikbaar als
een snelkoppelingsnummer of staat deze in de lijst met profielen onder het pictogram Taken in wacht. Een andere
PostScript-printer kan ook een FTP-locatie zijn: een kleurendocument kan bijvoorbeeld worden gescand en vervolgens
naar een kleurenprinter worden gestuurd. Een document naar een FTP-server verzenden lijkt op het verzenden van een
fax. Het verschil is dat de gegevens via het netwerk in plaats van via de telefoonlijn worden verzonden.
Voor meer informatie of gedetailleerde instructies selecteert u een van de volgende opties:
Het FTP-adres invoeren
Een snelkoppelingsnummer gebruiken
Het FTP-adres invoeren
1
Plaats uw origineel met de bedrukte zijde naar boven in de ADF. De etiketten op de ADF geven aan hoe de
verschillende formaten papier moeten worden geplaatst.
2
Pas de papiergeleiders aan.
3
Raak FTP aan op het beginscherm.
4
Voer het FTP-adres in.
5
Raak Verzenden aan.
Een snelkoppelingsnummer gebruiken
1
Plaats uw origineel met de bedrukte zijde naar boven in de ADF. De etiketten op de ADF geven aan hoe de
verschillende formaten papier moeten worden geplaatst.
2
Pas de papiergeleiders aan.
3
Raak FTP aan op het beginscherm.
4
Druk op # en voer het FTP-snelkoppelingsnummer in.
5
Raak Verzenden aan.
Het adresboek gebruiken
FTP-tips
FTP
47