12
Tapwatergegevens
12.4 Restwarmtebenutting kiezen
+
+
TAPWATERGEGEVENS
tapwater
TAPWATERGEGEVENS
restwarmtebenut.
+
TAPWATERGEGEVENS
restwarmtebenut.
Restwarmtebenutting
78
Wanneer de functie "restwarmtebenutting" wordt gekozen, kan de restwarmte
van de ketel gebruikt worden voor de opwarming van de boiler.
"Restwarmtebenutting ja"
Indien u "restwarmtebenutting ja" selecteert, berekent de regeling, aan de hand van
de restwarmte van de ketel, de uitschakeltemperatuur van de brander en de looptijd
van de laadpomp, noodzakelijk voor de volledige opwarming van de boiler. De
brander wordt uitgeschakeld, vooraleer de gewenste tapwatertemperatuur bereikt
wordt. De boilerlaadpomp draait verder. Het regeltoestel berekent de looptijd van de
laadpomp (tussen 3 en 30 minuten) voor de opwarming van de boiler.
"Restwarmtebenutting neen"
Indien u "restwarmtebenutting neen" ingeeft, maakt u slechts in geringe mate
gebruik van de restwarmte. De brander draait zo lang tot de gewenste
tapwatertemperatuur bereikt wordt. De boilerlaadpomp heeft een vaste
nadraaitijd van 3 minuten na het uitschakelen van de brander.
Serviceniveau openen. "Algemene gegev." verschijnt als eerste hoofdmenu.
Draai de draaiknop, tot het hoofdmenu "tapwater" verschijnt.
Druk de toets "weergave" in om het submenu op te roepen (hier: "tapwater").
Het opgeroepen submenu verschijnt op het display.
ja
Draai de draaiknop, tot het submenu "restwarmtebenut." verschijnt.
Het opgeroepen submenu verschijnt op het display.
ja
Houd de toets "weergave" ingedrukt en selecteer met de draaiknop de gewenste
waarde (hier: "neen").
De ingestelde waarde verschijnt op het display.
Laat de toets "weergave" los om de invoer op te slaan.
neen
Druk de toets "terug" in om terug te keren naar het bovenliggende niveau.
Logamatic 4323 - Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden.
Invoerbereik
ja
neen
Fabrieksinstelling
ja