Selecteert de werkingsfunctie 1/ 2 motoren:
On: Activeert enkel motor 1. Functie die in de volgende gevallen gebruikt moet worden:
1mot
- voor één motor, sluit M1 aan.
- voor twee gesynchroniseerde motoren (bv. kanteldeuren) sluit u M1 en M2 aan.
Off: Beide motoren actief.
Schakelt programmeerbare codezenders of gekloonde ARC zenders in of uit, naargelang de
configuratiemodus van de radio-ontvanger.
Ontvanger geconfigureerd Rolling Code HCS:
On: Radio-ontvanger uitsluitend geschikt voor rolling-code zenders.
Off: Ontvanger geschikt voor HCS rolling-code zenders en programmeerbare zenders (zelfleren-
de en dip/switch).
CVAR
BELANGRIJK: Zenders met programmeerbare code kunnen enkel worden gebruikt in combina-
tie met Rolling Code HCS-zenders.
Geconfigureerde ARC-ontvanger:
On: De zenders van de AK serie, gekloond door een reeds opgeslagen ARC-zender zijn geac-
tiveerd.
Off: Er zijn geen gekloonde zenders geactiveerd.
Selecteert de bedrijfsmodus van de PHOT-ingang.
On: PHOT-ingang alleen actief bij sluiten.
Bij sluiten: als het contact opengaat, stopt de motor en keert de schuifrichting onmiddellijk om
(opent).
PHTC
Off: PHOT-ingang actief bij zowel openen als sluiten.
Bij openen: als het contact opengaat, stopt de motor, als de fotocel vrijkomt, start de motor
weer het openen.
Bij sluiten: als het contact opengaat, stopt de motor; als de fotocel vrijkomt, keert de motor de
schuifrichting om (opent).
Activeert of deactiveert de PP-ingang als OPENT en de PED-ingang als SLUIT.
OPCL
On: Activeert of deactiveert de PP-ingang als OPENT en de PED-ingang als SLUIT.
Off: PP- en PED-ingang actief met hun eigen functie.
Schakelt de STOP-ingang in of uit als een ingang voor een openingsfotocel (PHOT OPEN).
PHOS
On: STOP-ingang ingeschakeld als fotocel-ingang, alleen actief tijdens de openingsfase
Off: STOP-ingang actief met zijn eigen functie.
Selecteert de bedrijfsmodus van de 2CH/TX-uitgang:
On: De uitgang wordt bediend door het tweede radiokanaal van de ingebouwde ontvanger.
2CH
Zie het menu "RADIO" voor opslag van de zenders.
Off: De uitgang wordt geconfigureerd voor het aansluiten van fotocellen in de fotoceltestmodus
(PHOTO TEST), zoals weergegeven in het aansluitschema Fig. 1.
Activeert of deactiveert de duwfunctie bij sluiten. Alleen met SLD-logica: ON
On: De laatste seconde van de manoeuvre tijdens het sluiten wordt uitgevoerd met normale snel-
BB
heid (uitschakeling van de vertraging) om een betere inschakeling van het elektrisch slot mogelijk
te maken.
Off: Functie gedeactiveerd.
Schakelt de bistabiele werking van de ELS/SRL-uitgang (klemmen 12-13) van het 2e radioka-
naal in of uit.
SERL
Aan: Bistabiele werking van ELS/SRL-uitgang actief. De activering van het 2e radiokanaal acti-
veert/deactiveert de uitgang op klemmen 12-13.
OFF: normale werking van de ELS/SRL-uitgang volgens de parameter TLS.
Activeert of deactiveert de inschakeling op afstand van radiozenders (zie paragraaf LEREN OP
AFSTAND).
REM
On: Inschakeling op afstand geactiveerd
Off: Inschakeling op afstand gedeactiveerd
MENU
Door deze functie te selecteren wacht de ontvanger (Push) op een zendercode die aan de stapsgewijze functie moet worden
toegewezen.
PP
Druk op de toets van de zender die aan deze functie moet worden toegewezen.
Als de code geldig is, wordt hij opgeslagen en verschijnt het bericht OK
Als de code niet geldig is, verschijnt het bericht Err.
Door deze functie te selecteren wacht de ontvanger (Push) voor een zendercode die aan het tweede radiokanaal moet worden
toegewezen.
2Ch
Druk op de toets van de zender die aan deze functie moet worden toegewezen.
Als de code geldig is, wordt hij opgeslagen en verschijnt het bericht OK
Als de code niet geldig is, verschijnt het bericht Err.
Door deze functie te selecteren wacht de ontvanger (Push) voor een zendercode die aan de voetgangersfunctie moet worden
toegewezen.
ped
Druk op de toets van de zender die aan deze functie moet worden toegewezen.
Als de code geldig is, wordt hij opgeslagen en verschijnt het bericht OK
Als de code niet geldig is, verschijnt het bericht Err.
Door deze functie te selecteren wacht de ontvanger (Push) voor een zendercode die aan de STOP-functie moet worden toegewezen.
Druk op de toets van de zender die aan deze functie moet worden toegewezen.
STOP
Als de code geldig is, wordt hij opgeslagen en verschijnt het bericht OK
Als de code niet geldig is, verschijnt het bericht Err.
Door deze functie te selecteren wacht de ontvanger (Push) voor een zendercode die uit het geheugen moet worden gewist.
CLR
Als de code geldig is, wordt hij gewist en verschijnt het bericht OK
Als de code niet geldig is of niet in het geheugen aanwezig is, verschijnt het bericht Err.
10
5.3) RADIO (RAD)
FUNCTIE
(OFF)
(ON)
(OFF)
(OFF)
(OFF)
(ON)
(OFF)
(OFF)
(ON)