Inhoudsopgave
Advertenties
Controle vóór gebruik
De overstroombeveiliging controleren
De overstroombeveiliging is een apparaat dat elektrische lekkage door overstroom voorkomt.
Installeer de secundaire stroomvoorziening afzonderlijk in de buurt van het toestel en schakel
het uit wanneer u het toestel reinigt of het toestel gedurende langere tijd niet gebruikt.
Schakel de apart geïnstalleerde overstroombeveiliging aan.
▶
- De secundaire stroomvoorziening wordt niet bij het toestel meegeleverd.
Schaf de overstroombeveiliging los aan.
• Als er een installatieautomaat (MCCB, ELB) is geïnstalleerd, is het niet verplicht overstroombeveiliging te
installeren.
OPMERKING
Installatie en werkingsbereiken
Installatieconditie
0~40 °C, relatieve vochtigheid
80 % of lager
• Als het toestel in een andere dan de vermelde omstandigheden werkt, werkt het mogelijk niet wegens het de beveiliging in het
toestel. Vooral als de buitentemperatuur minder dan -15 °C bedraagt, werkt het toestel helemaal niet.
OPMERKING
• Schakel het toestel niet in wanneer er een orkaan op komst is. Er kan via het toestel water in de kamer komen door regen en
sterke wind.
• Gebruik het toestel niet binnen of buiten bij hoge temperatuur en luchtvochtigheid. Dan kan immers dauw vormen binnenin het
product, ook op de warmtewisselaar. Vermijd gebruik vooral tijdens lange regenachtige periodes in de zomer.
Uw product onderhouden
Interne beveiligingen via het bedieningssysteem van het toestel
Deze interne beveiliging is actief als er zich in het product een interne fout voordoet.
▶
Type
Tegen koude lucht
Ontdooicyclus
Antivriesbeveiliging van
interne batterij
Compressor beveiligen
• Als de warmtepomp in Heat-modus werkt, wordt de ontdooicyclus gestart om bij lage temperaturen opgehoopte vorst
te verwijderen.
OPMERKING
De interne ventilator wordt automatisch uitgeschakeld en pas opnieuw ingeschakeld nadat de ontdooicyclus is
voltooid.
Wanneer de temperatuur van de buitenlucht daalt tot onder -10 °C, werkt het toestel met tussenpozen om te
verhinderen dat de warmtewisselaar bevriest en om condensatie van dauw binnenin het toestel tegen te gaan.
Buitenluchtconditie
-15~40 °C, relatieve vochtigheid
80 % of lager
De interne ventilator wordt uitgeschakeld om koude lucht tegen te houden
wanneer de warmtepomp verwarmt.
De interne ventilator wordt uitgeschakeld om koude lucht tegen te houden
wanneer de warmtepomp verwarmt.
De compressor wordt uitgeschakeld om de interne batterij te beveiligen wanneer
het product in Cool-modus werkt.
Het product begint niet onmiddellijk te werken om de compressor van de
buitenunit te beveiligen nadat die is gestart.
NEDERLANDS-13
Binnenluchtconditie
0~40 °C, relatieve vochtigheid
80 % of lager
Omschrijving
Advertenties
Inhoudsopgave
