Inhoudsopgave
Advertenties
Montage
5
Montage
5.1
Temperatuursensor bevestigen
▶ Schuif de temperatuursensor in de dompelhuls.
▶ Waarborg een goed contact tussen het sensoroppervlak en het dom-
pelhulsvlak:
▶ Gebruik warmtegeleidende pasta. Zorg dat het sensoroppervlak over
de gehele lengte contact heeft met het dompelhulsvlak.
▶ Voorkom, dat de kabel te strak wordt getrokken:
▶ Plaats de sensorkabel met een kleine lus in de kabelborging.
▶ Sluit de clip.
Let erop, dat het sensoroppervlak over de gehele lengte
contact heeft met het dompelhulsvlak.
Meer informatie over de aanvoertemperatuursensor
vindt u in de documentatie van de warmtepomp of het re-
geltoestel.
▶ De sensorkabel zodanig in de kabelborging plaatsen, dat tussen de
borging en de sensor een kleine lus ontstaat; daarna de clip vast slui-
ten.
Afb. 4
Buffervat
[V1] Aanvoer (warmtepomp)
[V2] Aanvoer (verwarming)
[R1] Retour (warmtepomp)
[R2] Retour (verwarming)
Sensorposities:
• M = meetpunt voor aanvoertemperatuursensor boven
• C = sensorkabelborging
5.2
Buffervat op de warmtepomp en het cv-circuit aan-
sluiten
GEVAAR: Brandgevaar door soldeer- en laswerkzaam-
heden.
▶ Neem bij soldeer- en laswerkzaamheden geschikte
veiligheidsmaatregelen.
▶ Bij de keuze van het expansievat voor de cv-installatie rekening hou-
den met de inhoud van het buffervat.
24
OPMERKING: Beschadiging van niet-hittebestendige
installatiematerialen (bijv. kunststof leidingen).
▶ Gebruik installatiemateriaal dat hittebestendig is tot
80 °C.
3
2
5
6
4
1
7
Afb. 5
Functieschema: parallelaansluiting van het buffervat op de
warmtepomp
[1]
Warmtepomp
[2]
V1
[3]
R1
1)
[4]
Pomp
[5]
V2
[6]
R2
[7]
Buffervat
[8]
Verwarmingsinstallatie
[9]
3-wegklep
[10] Extra cv-systeem (bij uitbreiding)
5
3
2
4
1
7
Afb. 6
Functieschema: serieaansluiting van het buffervat op de
warmtepomp
▶ Waarborg een goede ondersteuning van de leidingen.
▶ Waarborg dat alle aansluitingen van het buffervat correct zijn uitge-
voerd.
▶ Controleer alle aansluitingen op dichtheid.
OPMERKING: Ontluchter monteren
▶ Monteer aan de bovenkant van de boiler op V
een geschikte ontluchter.
1) Eventueel is voor iedere cv-installatie een extra externe pomp nodig. Deze wordt
conform de weergave in de aanvoeruitgang van het buffervat naar de cv-installa-
tie gemonteerd.
8
10
4
4
9
8
10
4
4
9
6
of V
1
BT 50 HP – 6 720 821 242 (2017/09)
2
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
