AKC 24P, AKC 24P2
Expansieventielopening (Alleen voor AKC 24P)
Het expansieventiel (TQ or PHTQ) wordt geregeld via een spanningssignaal van de regelaar.
De openingsgraad van het ventiel is afhankelijk van:
- De spanning als geleverd door de regelaar
- De veervoorspanning van het ventiel (in te stellen volgens ventielinstructies)
- De systeemdruk voor het ventiel (drukegalisatie)
Bij het opstarten van een installatie kan het nodig zijn het openingspunt, "stand-by"
temperatuur en P-band van het ventiel te corrigeren.
De P band wordt gecorrigeerd met behulp van de "K Max. Curve" parameter.
Stand-by temperatuur wordt gecorrigeerd met behulp van de parameter "stand by".
Het openingspunt van de klep wordt ingesteld met de TQ justeer parameter.
--- Correcties mogen alleen uitgevoerd worden door daartoe gekwalificeerde personen. ---
P band (K Max. Curve)
Een wijziging in de "K Max. Curve" parameter komt overeen met een wijzinging van de interne
maximale bedrijfstemperatuur van het ventiel (De druk in de actuator). Een justering naar een
hogere waarde kan nodig zijn bij grote drukval over de vloeistofverdeler.
Lagere waarde = kouder ventiel = P band smaller
Hogere waarde = warmer ventiel = P band breder
Correctie:
Start de koeling met maximum systeembelasting. Lees nu het "TQ open()" menu.
Controller ( )
De waarde moet ongeveer 80 (%) zijn voor het verkrijgen van een optimale regeling.
Als de waarde te laag of te hoog is moet het "Kmax curve" menu worden gejusteerd (als de
"Kmax curve" waarde wordt verlaagd, gaat de waarde voor "TQ open" omhoog).
Controller ( )
Waarschuwing! Indien de waarde te hoog is wordt het ventiel meer verwarmd dan nodig is.
Als het ventiel in een later stadium dan weer moet sluiten zal deze langzamer reageren wat
vloeistofslag tot gevolg kan hebben.
Stand by temperatuur
De "stand-by" temperatuur van het TQ ventiel is ingesteld op 15 K onder de
openingstemperatuur van het ventiel. Bij grote systemen met slechts één verdamper kan het
nodig zijn de stand-by temperatuur te verhogen. Het ventiel heeft dan weinig tijd nodig om te
openen voordat de compressor uitschakelt op lage druk.
Controller ( )
Openingspunt (TQ justering)
Deze parameter wordt alleen ingesteld indien er een extra optimalisatie van het systeem
nodig is. Dit wordt alleen maar gedaan als de verdampingstemperatuur geregistreerd wordt
door een drukopnemer.
Justering:
1. De veer van het TQ ventiel wordt strakker gezet door de stelschroef 5 tot 6 slagen met de
klok mee te draaien. Hierdoor is verzekerd dat de justering start met een gesloten ventiel.
2. Zet de injectiefunctie op "OFF".
Controller ( )
3. Controleer of de "Use AKS 32" parameter (gebruik drukopnemer) op "ON" staat.
Controller ( )
4. Justering toegestaan.
Controller ( )
5. De compressor wordt gestart en de verdamperdruk (P0) zakt naar normale bedrijfsdruk voor
de betreffende verdamper. De compressor wordt gestopt.
6. Opening van het TQ ventiel is toegestaan.
Controller ( )
7. Wacht minimaal twee minuten (ventiel warmt op).
8. De veerspanning van het TQ ventiel wordt nu langzaam verlaagd (draai tegen de wijzers
van de klok in) totdat er vloeistof gaat stromen. Dit kan men constateren door aan de uitlaat
van het TQ ventiel te luisteren (door bijvoorbeeld een schroevendraaier als stethoscoop te
gebruiken) of de zuigdruk af te lezen van een manometer.
9. Als het openingspunt gevonden is draai de veer dan weer wat strakker door hem een halve
slag met de wijzers van de klok mee te draaien.
10. Einde justering
Controller ( )
Functiebeschrijving RC.1J.G4.10 © Danfoss 10/2000
Measurements
Adv. inj. settings
Adv. inj. settings
Inj. settings
Adv. inj. settings
Adv. inj. settings
Inj. settings
Adv. inj. settings
TQ open ( ) %: ___
Kmax Curve: ___
Standby K: ___
Inj. ctrl: OFF
Use AKS 32: ON
TQ adjust: ON
Inj. ctrl: ON
TQ adjust: OFF
9