2 geBRuIK ConTRoLeRen
dL 1,5–3a, dL 3K, dL 5–150a, dL 5–150K
Om overdruk, onderdruk of verschildruk voor
lucht, rookgas of andere niet-agressieve gassen te
bewaken.
De functie is uitsluitend binnen de aangegeven gren-
zen gewaarborgd – zie pagina 7 (8 Technische
gegevens). Elk ander gebruik geldt als oneigenlijk
gebruik.
2.1 Typeaanduiding
dL
1,5–150 Max. instelling in mbar (1 mbar = 100 Pa)
a
Rp 1/4-aansluiting, slangaansluiting,
K
Met slangaansluiting, handwiel
T
g
-2
El. aansluiting met schroefklemmen
-3
El. aansluiting met schroefklemmen, IP
-4
El. aansluiting met schroefklemmen,
-5
El. aansluiting met stekker, 4-polig, zon-
-6
El. aansluiting met stekker, 4-polig, met
-9
El. aansluiting met stekker, 4-polig, met
K2
Rode/groene controle-led voor 24 V=/~
T
Blauw controlelampje voor 230 V~
T2
Rode/groene controle-led voor 110–
n
Blauw controlelampje voor 120 V~
p
1
2
a
W
2.2 Benamingen onderdelen
2
1
Bovendeel van het huis met deksel
2
Onderdeel van het huis
3
Handwiel
4
M16-wartel/1/2" NPT conduit
Luchtdrukschakelaar
handwiel
T product
Met goudcontacten
(UL-goedgekeurd), IP 54
54
IP 65
der contrastekker, IP 54
contrastekker, IP 54
contrastekker, IP 65
230 V~
Met testaansluiting
Met 1 testtoets
Met 2 testtoetsen
Buitenverstelling
Z-houder
2
3
4
1
2.3 Typeplaatje
Max. inlaatdruk = weerstandsdruk, netspanning,
omgevingstemperatuur, beschermingswijze: zie
typeplaatje.
3 InBouWen
opgeLeT
Om ervoor te zorgen dat het apparaat bij het mon-
teren en in werking niet beschadigd raakt, moet er
op het volgende gelet worden:
– Laten vallen van het apparaat kan tot perma-
nente beschadiging van het apparaat leiden. In
dat geval het complete apparaat en de
bijbehorende modules voor gebruik vervangen.
– Uitsluitend goedgekeurd afdichtingsmateriaal
gebruiken.
– Er mag geen condensatie in het apparaat
terechtkomen. Indien mogelijk op stijgende
leidingen/stijgend buizenwerk letten. Anders
bestaat het gevaar van ijsvorming bij temperatu-
ren beneden het vriespunt, verschuiving van het
schakelpunt of corrosie in het apparaat, hetgeen
storing tot gevolg kan hebben.
– Aansluitingen voor het binnendringen van
verontreiniging of vocht uit het te meten medium
of uit de omgevingslucht beschermen. Zo nodig
een filter inbouwen.
– Bij sterk schommelende druk ervoor een
dempingspijpstuk/voorrestrictie inbouwen.
– De drukschakelaar bij externe installatie
overdekken en tegen directe zonnestraling
beschermen (ook bij IP 65). Om condensatiewa-
ter en condensaat te voorkomen, kan het deksel
met drukcompensatie element gebruikt worden.
Zie
– Bij een oneffen ondergrond de drukschakelaar
met slechts twee schroeven aan dezelfde kant
op de montageplaat of het luchtkanaal
bevestigen, om spanningen op de drukschake-
laar te voorkomen.
– Siliconenhoudende dampen kunnen de
contactwerking storen. Bij gebruikmaking van
siliconenslangen erop letten dat deze slangen
voldoende getemperd zijn.
– Bij een hoge luchtvochtigheid raden wij een
drukschakelaar met gouden contact aan op
grond van de hogere corrosiebestendigheid.
Een ruststroombewaking is onder moeilijke
gebruikscondities raadzaam.
NL-2
D-49018 Osnabrück, Germany
DL
CE
2
3
1