V-AMPIRE/V-AMP PRO/V-AMP 2
Be dr ijfs m odus
OUTPUTS L
Ste r e oge br uik m e t ef f ecten, A mp- en luidsprekersimulatie
Studio 1 (S1)
A mp- en luidsprekers imulatie,
Studio 2 (S2)
kaal, zonde r ef f ecten
A mp-simulatie kaal,
zonde r ef f ecten
Studio 3 (S3)
Phone s -/XLR-uitgange n met extra analoge ULTRA -G
Ste r e obe dr ijf: luids preker- en A mp-simulatie,
Live 1 (L1)
Ste r e oge br uik : zonde r luidsprekersimulatie
maar met 3-bands EQ, A mp-simulaties + ef f ecten
Live 2 (L2)
Phone s -/XLR-uitgange n met extra analoge ULTRA -G
Live 3 (L3)
In afbeelding 3.6 wordt nog een bijzondere eigenschap van de
V-AMP 2 in Live-modus L3 weergegeven. De traditionele
gitaarversterker wordt op het podium als monitor-Amp gebruikt,
waarbij tegelijk een tweede signaal naar de PA-installatie wordt
gestuurd. Zodoende hoeft de gitaarversterker niet met microfonen
te worden afgenomen.
Het speciale van L3 is, dat het signaal voor de gitaar-versterker
geen luidsprekersimulatie, maar wel de extra 3-bands-equalizer
voor de toonregeling op het podium bevat.
Het signaal naar de versterkerinstallatie toe ondervindt geen
invloed van de 3-bands equalizer, maar heeft in plaats daarvan
wel een luid-sprekersimulatie. Deze is nodig, om de klank van
typische gitaarluidsprekers via de PA-luidsprekers weer te
kunnen geven.
3.4 Studio-opname/Recording
Bij deze toepassingen gaan we ervan uit, dat er tenminste een
mengpaneel en een opnamemedium ter beschikking staan.
3.4.1 V-AMPIRE
Net als bij het oefenen binnen je eigen vier muren of in de
oefenruimte kan de V-AMPIRE ook in de studio via de XLR-
uitgangen met het mengpaneel of het opname-apparaat worden
verbonden. Bovendien kunt u gebruik maken van de Pre DSP
Insert Send om het directe gitaarsignaal parallel vast te leggen,
zonder dat u er een extra DI-box bij nodig heeft om de impedantie
mee aan te passen.
Aangezien het volume in de studio geen problemen geeft, kan
de V-AMPIRE niet alleen zo worden gebruikt als onder 3.2.1
beschreven, maar zeker ook met behoorlijk wat volume. Dit is
interessant wanneer er een extra luidspreker dient te worden
aangesloten die over een eigen klankkarakter beschikt, of wanneer
een akoestische terugkoppeling van de gitaarluidspreker is
gewenst. In het eerste geval dient het speciale geluid van de
luidspreker met microfoons te worden afgenomen. In het tweede
geval bestaat ook de mogelijkheid van een directe afname via de
XLR-uitgangen, zonder daarbij de terugkoppelingssound te
verliezen. Als bedrijfsmodus raden wij u aan L2 te gebruiken,
dus met 3-bands-equalizer maar zonder digitale luid-
sprekersimulatie (zie Afb. 1.4).
8
3. BEDRIJFSMODI EN VOORBEELDEN VAN TOEPASSINGEN
V -AM PIRE/V -AM P PRO
OUTPUTS R
A mp- en luidsprekers imulatie,
m e t ef f ec ten
A mp-s imulatie m e t ef f ec ten
luidsprekers imulatie
3-bands EQ + ef f ecten
Klink e r uitgange n
luidsprekers imulatie
Tab. 3.1: Bedrijfsmodi (CONFIGURATIONS)
V -AM P 2
OUTPUTS L
Ste r e oge br uik met ef f ec ten, A mp- en luidsprekersimulatie
A mp- en luidsprekers imulatie,
kaal, zonde r ef f ecten
Ste r e oge br uik : luidspreker- en A mp-s imulatie,
3-bands EQ + ef f ecten
Klink e r uitgange n
Ste r e oge br uik : zonde r luids prekersimulatie
maar met 3-bands EQ, A mp-s imulaties + ef f ecten
A mp-s imulatie met
3-bands EQ en ef f ecten maar
zonde r luidsprekers imulatie
3.4.2 V-AMP PRO
Al naar gelang de taakstelling zijn de modi S1, S2 of S3 voor
studio-toepassingen geschikt. S1 geeft net als bij de V-AMP 2 de
Amp- en luidsprekersimulaties met alle effecten in stereo weer,
terwijl bij S2 de effecten alleen op de rechter uitgang te horen
zijn. In modus S3 wordt bovendien de digitale luidsprekersimulatie
uitgeschakeld, voor het geval dat het luidsprekergeluid pas later
in de mix dient te worden vastgelegd. Daarom wordt in S3 op de
analoge XLR- en Phones-uitgangen de beproefde analoge
ULTRA-G luidsprekersimulatie bijgeschakeld. Het Monitoring bij
de opname dient dus in modus S3 niet via de digitale, maar via de
analoge XLR-en Phones-uitgangen te geschieden. Als het
oorspronkelijke gitaarsignaal dient te worden vastgelegd kan
daarvoor bijv. de in Afb. 2.3 weergegeven opbouw worden
gebruikt.
Druk op de LINE INPUT-schakelaar als u het vastgelegde signaal
via de V-AMP PRO wilt afluisteren. Hier adviseren wij de modi S1
of L1. Modus S2 is in die gevallen mogelijk, dat het effectaandeel
via het mengpaneel afgeregeld moet kunnen worden.
Let er alstublieft op, dat de analoge ULTRA-G
luidsprekersimulatie van de modi S3 en L2 alleen
werkzaam is voor een XLR- en koptelefoonuitgang
en de digitale uitgangen niet beïnvloedt.
3.4.3 V-AMP 2
Om een stereosignaal met alle effecten, versterker- en
luidsprekersimulaties vast te leggen, kiest u voor configuratie
S1, of L1 wanneer er bovendien behoefte bestaat aan de
3-bands-equalizer, en verbindt u de symmetrische Line-uitgangen
met het mengpaneel of opname-apparaat. Het voordeel hiervan
is tegelijk ook nadeel: U hoort het geluid exact zo, als u het
opneemt. Mocht u dus later merken, dat er iets veranderd moet
worden, dan moet alles opnieuw worden ingespeeld.
Bij studiomodus S2 worden de effecten daarom alleen naar
het rechter kanaal gestuurd; op het linker kanaal zitten de Amp-
en luidsprekersimulaties. Zo kunt u het kale Amp-signaal opnemen
en later de effecten bij de eindmix vastleggen (zie ook Afb. 3.4).
Wilt u absoluut geen risico's nemen, dan adviseren wij u om
met behulp van een goede, actieve DI-box, bijv. de BEHRINGER
GI100, het ingangssignaal van de V-AMP 2 op te splitsen. De
gitaar wordt hiervoor met de ingang van de GI100 verbonden, de
Direct Link met de ingang van de V-AMP 2 en de XLR-uitgang
wordt met het opnamemedium verbonden. Zo kunt u het directe
signaal van de gitaar met de versterker-simulatie elk op een
kanaal vastleggen en hoort u toch het volledige signaal met alle
effecten op de koptelefoon (zie Afb. 3.4).
OUTPUTS R
A mp- en luidsprekersimulatie,
m e t ef f ec ten
A mp-, luidsprekersimulatie
en ef f ecten maar zonde r
3-bands EQ