Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Live Op Het Podium Of In De Oefenruimte - Behringer V-AMPIRE Korte Handleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor V-AMPIRE:
Inhoudsopgave

Advertenties

effecten) op te nemen, en toch met effecten af te luisteren. Bij
deze quasi-professionele werkwijze kan pas later in de mix het
uiteindelijke effect worden geselecteerd en vastgelegd. Hier zou
u dus de linker uitgang naar uw geluidskaart "routeren" (een
verbinding leggen) en de rechter via het mengpaneel afluisteren.
3.2.1 V-AMPIRE
Afbeelding 1.3 op het bijblad toont een typische toepassing
thuis. Hierbij adviseren wij de configuraties S1, L1 of L2.
S1 geeft alle versterker-, luidspreker- en effectsimulaties in
stereo weer. Ook modus L1 werkt op deze wijze, alleen biedt
deze modus door middel van de globale 3-bands-equalizer een
extra geluidsaanpassing, bijv. bij het gebruik van een
minderwaardige koptelefoon. In de modus L2 is dit net zo, hier
wordt echter de digitale (in de Preset opgeslagen) luidspreker-
simulatie door de analoge ULTRA-G-simulatie vervangen, die
alleen op de XLR- of koptelefoonuitgangen geboden wordt.
De stekker in de koptelefoonbus schakelt het
eindtrapsignaal automatisch stil.
Wanneer u dus de koptelefoonstekker uit de bus
wilt halen, is het aan te bevelen, van tevoren de
MASTER-regeling naar links te draaien. De XLR-DI-
uitgang werkt onafhankelijk van de stand van de
MASTER-regeling. U kunt daar dus een Line-signaal
voor opname-doeleinden aftakken, ook wanneer
de MASTER-regeling helemaal naar links is gedraaid.
Net als bij de V-AMP 2 maakt de AUX-stereo-ingang het inspelen
van een playback mogelijk (CD-speler, drumcomputer etc.).
3.2.2 V-AMP PRO
De V-AMP PRO is met zijn grote hoeveelheid in- en uitgangen
uitstekend aan een studio-omgeving aangepast. Aangezien de
afluisterroutes (Monitoring) daarbij altijd via het mengpaneel
worden geleid, is een AUX INPUT zoals bij de V-AMP 2 overbodig.
Daarom bestaat er bij het oefenen met de V-AMP PRO geen
mogelijkheid direct op het apparaat een playback in te mixen.
Afbeelding 2.4 van de bijlage laat zien, hoe in een
Homerecording-toepassing de V-AMP PRO met de digitale ingang
van een PC is verbonden. Als digitale ingangen op de PC komen
symmetrische AES/EBU- of coaxiale S/PDIF-ingangen in
aanmerking Als de digitale uitgang van de V-AMP PRO op
44.1, 48 of 96 kHz staat, dient de PC zich met de
V-AMP PRO te synchroniseren, zich dus in de Clock Slave-
modus te bevinden. Wanneer de PC of een ander apparaat als
Clock Master moet dienen, moet de V-AMP PRO via de Wordclock-
ingang extern gesynchroniseerd worden. Ook de Sample Rate
is dan van het Wordclock-signaal afhankelijk, dient echter in het
bereik tussen 32 kHz tot 96 kHz te liggen.
Bovendien wordt in Afb. 2.4 nog een effectapparaat aan de
Pre DSP INSERT aangesloten, waarmee u het ingangssignaal
nog voor alle digitale simulaties kunt bewerken. Hiertoe dient de
LINE IN-schakelaar ingedrukt te zijn.
Al naar gelang de taakstelling bieden zich de studiomodi S1 of
S2 hiervoor aan. Modus S1 geeft net als bij de V-AMP 2 de Amp-
en luidsprekersimulaties met alle effecten in stereo weer, terwijl
bij S2 de effecten uitsluitend op de rechter uitgang te horen zijn,
zodat met dit spoor later in de mix nog hele andere effecten
kunnen worden verwerkt.
3.2.3 V-AMP 2
Bij het oefenen met de V-AMP 2 kan er een Playback-,
metronoom- of drumcomputer-signaal via de AUX-stereo-ingang
worden ingevoerd en door middel van de AUX LEVEL-regeling
worden ingemixt (zie Afb. 3.3 op de bijlage). In plaats van de
EUROPOWER-eindtrap kunt u ook uw Hifi-set of een koptelefoon
aansluiten.
Het in de inleiding van dit hoofdstuk beschreven voorbeeld
voor studiomodus S2 is op de bijlage in Afb. 3.4 weergegeven.
3. BEDRIJFSMODI EN VOORBEELDEN VAN TOEPASSINGEN
V-AMPIRE/V-AMP PRO/V-AMP 2

3.3 Live op het podium of in de oefenruimte

Aangezien nog de V-AMP PRO, nog de V-AMP 2 over
luidsprekers en een eindtrap beschikken, heeft u extra apparatuur
nodig. Voor de weergave via een versterkerinstallatie dient er
op te worden gelet, dat of een digitale of de analoge ULTRA-G
luidsprekersimulatie op de desbetreffende uitgang actief is.
Afgezien van de mogelijkheid, de V-AMPIRE gewoon op het
podium neer te zetten, in te schakelen en te beginnen, toont Afb.
1.4 hoe een extra luidspreker met de linker luidsprekeruitgang
(mono) wordt verbonden, om het volledige vermogen van 120 W
aan 4 Ω impedantie over te dragen. De interne luidspreker is door
het aansluiten van de linker uitgangsbus automatisch
uitgeschakeld. Dit heeft zin, als de aangesloten luidspreker een
speciaal klankkarakter heeft, dat met een combinatie niet
gerealiseerd kan worden.
Afbeelding 1.5 op de bijlage toont hoe een extra stereobox
wordt aangesloten, bijv. de BG412S uit onze ULTRASTACK-
serie, die met 2 x 60 W vermogen aan 2 x 8 Ω impedantie werkt
en de stereo-effecten van de V-AMPIRE volledig tot hun recht
laat komen.
Als op de rechter luidsprekeruitgang nog een luidspreker met
8 Ω impedantie wordt aangesloten, krijgt men eveneens een
stereoconfiguratie, aangezien de interne luidspreker in gebruik
blijft, zoals in Afb. 1.6 is afgebeeld.
De uitgangsconfiguratie voor deze toepassing is L2, dus een
stereosignaal met alle effecten, Amp-simulatie en Live-equalizer,
maar zonder luidsprekersimulatie. Op de XLR-uitgang bevindt
zich verder nog de ULTRA-G luidsprekersimulatie, zodat deze
uitgangen direct met de versterkerinstallatie verbonden kunnen
worden. De MASTER-regeling heeft ook hier weer alleen effect
op het podiumvolume, maar niet op de XLR-uitgang.
Wilt u een digitale luidsprekersimulatie via de versterker horen,
selecteer dan configuratie L1.
Door de extra uitgangen en de analoge ULTRA-G luid-
sprekersimulatie is de V-AMP PRO ook live nog flexibeler.
Afbeelding 2.5 toont een stereotoepassing met actieve
podiummonitors (waarmee ook Feedbacks kunnen worden
gegenereerd), die op de asymmetrische Line-uitgangen worden
aangesloten. Met de MASTER-regelaar stelt u het volume van de
monitors in, terwijl het signaal van de XLR-uitgangen onveranderd
naar de PA-installatie wordt gestuurd. Geschikte bedrijfsmodi
hiervoor zijn S1 of L1, al naar gelang of er behoefte aan de Live-
equalizer bestaat, of niet.
Omdat de ontvanger van de zender met de Line-ingang aan de
achterkant is verbonden, dient de Line Input-schakelaar ingedrukt
te zijn. Deze schakelaar kan dus ook worden gebruikt om alles,
bijvoorbeeld bij het wisselen van gitaar, stil te zetten.
Afbeelding 2.6 laat een vergelijkbare toepassing zien. De monitor-
versterker is hier een gitaarversterker, zodat modus L2 (zonder
luidsprekersimulatie) in dit geval waarschijnlijk het beste is.
Afbeelding 3.5 op de bijlage laat zien hoe de V-AMP 2 vanuit
de Stereo Line-uitgang met de Line-ingang van de gitaar-
versterker of van het Top-apparaat wordt verbonden. Aansluiten
op de instrumentingang is niet zo gunstig, omdat dan de hele
voortrap van de versterker mee wordt doorlopen. BEHRINGER
heeft een ruime keus aan gitaarversterkers die over een Aux-
ingang beschikken en zich zodoende uitstekend voor deze
toepassing lenen. Omdat de gitaarversterker al een eigen
klankkarakter heeft, kan een digitale luidsprekersimulatie
achterwege blijven. Vandaar dat u hier beter gebruik maakt van
modus L2.
3.3.1 V-AMPIRE
3.3.2 V-AMP PRO
3.3.3 V-AMP 2
7

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

V-amp proV-amp 2

Inhoudsopgave