Verbinding maken met een computer
U kunt als volgt computerinstellingen voor de verbinding configureren, de
computer als een verbindingsbestemming toevoegen en vervolgens draadloos
beelden overzetten naar de computer met de software CameraWindow.
•
Wanneer u verbonden bent met een computer, wordt de camera gebruikt om
verbinding te maken. Daarna wordt de computer (software CameraWindow)
gebruikt om beelden te verzenden.
Voorbereidingen voor het registreren van een computer
Voorbereidingen voor het registreren van een computer.
De computeromgeving controleren
Zie "Systeemvereisten"
(=
23) voor computeromgevingen waar Wi-Fi-
verbinding met een camera mogelijk is.
Bovendien moet de software CameraWindow geïnstalleerd zijn
•
De basisedities Windows 7 Starter en Home worden niet ondersteund.
•
Voor Windows 7 N (Europese versie) en KN (Zuid-Koreaanse
versie) is een afzonderlijke download en installatie van
Windows Media Feature Pack vereist.
Raadpleeg de volgende website voor meer informatie.
http://go.microsoft.com/fwlink/?LinkId=159730
De Wi-Fi-omgeving controleren
Voor gebruik van Wi-Fi is een Wi-Fi-basiseenheid (Wi-Fi-router, enz.) die is
verbonden met een computer vereist als toegangspunt. Gebruik een Wi-Fi-
basiseenheid die voldoet aan de Wi-Fi-normen op "Specificaties" (=
Als u al Wi-Fi gebruikt, bevestigt u de volgende punten en streept u ze af op
de controlelijst. Raadpleeg de gebruikershandleiding bij het toegangspunt
voor instructies voor het controleren van de netwerkinstellingen.
•
Indien systeembeheerderrechten nodig zijn om netwerkinstellingen
aan te passen, moet u contact opnemen met de systeembeheerder
voor meer informatie.
•
Deze instellingen zijn erg belangrijk voor netwerkbeveiliging.
Wees voorzichtig wanneer u deze instellingen wijzigt.
Controlelijst
Netwerknaam (SSID/ESSID)
De SSID of ESSID van het toegangspunt dat u gebruikt.
Netwerkcertificaat/gegevensversleuteling
(versleutelingsmethode/versleutelingsmodus)
De methode om gegevens te versleutelen tijdens verzending
via Wi-Fi.
(=
23).
Coderingssleutel (netwerksleutel)
De versleutelingscode die wordt gebruikt om gegevens
te coderen tijdens verzending via Wi-Fi.
Sleutelindex (verzonden sleutel)
De sleutel die is opgegeven als netwerkcertificaat/
gegevensversleuteling als u WEP gebruikt.
•
Een router is een apparaat dat een netwerkstructuur (LAN) maakt om
meerdere computers met elkaar te verbinden. Een router die een interne
draadloze functie bevat, wordt een "Wi-Fi-router" genoemd.
•
In deze handleiding worden alle Wi-Fi-routers en basisstations
"toegangspunten" genoemd.
•
Zorg dat u het MAC-adres van de camera opgeeft op het toegangspunt als
191).
u MAC-adressen filtert in uw Wi-Fi-netwerk. U kunt het MAC-adres van uw
camera controleren door achtereenvolgens het tabblad [3], [Instellingen
Wi-Fi] en [MAC-adres controleren] te kiezen.
Voorblad
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
1
Basishandelingen
van de camera
2
De GPS-functie
○ Geen
gebruiken
○ W EP (open
3
Auto-modus/
systeemverificatie)
Hybride automatisch
○ WPA-PSK (TKIP)
4
Andere
○ WPA-PSK (AES)
opnamemodi
○ WPA2-PSK (TKIP)
5
○ WPA2-PSK (AES)
P-modus
6
Tv-, Av- en
M-modus
7
Afspeelmodus
○ 1
8
Wi-Fi-functies
9
Menu
Instellingen
10
Accessoires
11
Bijlage
Index
135