2
Als er nog papier in de fuseereenheid
is achtergebleven, trek dan de
ontgrendelingshendel omhoog (blauw).
3
Trek het resterende papier
langzaam in de richting van het
printerlichaam (tegengesteld aan de
papierinvoerrichting).
4
Duw de ontgrendelingshendel (blauw)
naar beneden.
5
Als er geen papier meer is
achtergebleven in de fuseereenheid,
trek dan de vergrendelingshendel
omhoog (blauw).
6
Hou de handgreep van de fuseereenheid
met beide handen vast en plaats het op
een vlakke ondergrond.
7
Als het papier is vastgelopen in de fuser,
duwt u de papierontgrendelingshendel
van de fuser omhoog (blauw) en trekt
u het papier er voorzichtig uit in de
tegenovergestelde richting van de
richting waarin er normaal gesproken
wordt gewerkt.
- 21 -
Papierstoringen
1
2