BEDIENINGSINSTRUCTIES
Bedieningsinstructies
• Sluit de accu aan: controleer of de connector(en)
van de lader overeenstemt/overeenstemmen met de
connector(en) van de accu. Sluit de connector(en)
van de lader aan op de connector(en) van de
accu. Bij laders met dubbele connectoren moeten
beide connectoren worden aangesloten om een
laadproces te starten.
• NexSys
iON lithium-accu's worden geleverd met
®
een specifiek type connector. De NexSys
wordt geleverd met één of twee connectoren (LI-
connector) afhankelijk van het model lader. Als de
lader is uitgerust met twee connectoren, moeten
beide connectoren worden aangesloten, anders
start de laadcyclus niet. Sluit altijd eerst de stekker
1 aan. Alle connectoren van de NexSys
zijn uitgerust met de boogloze optie Late Make/Early
Break om vonkoverslag te voorkomen als de accu
tijdens het laden wordt losgekoppeld.
• Wanneer CAN-communicatie tot stand is gebracht
tussen de NexSys
®
iON-accu en de lader, verschijnt
'BMS CONNECTED' op het displayscherm. Als de
tekst 'BMS CONNECTED' NIET wordt weergegeven,
start de laadcyclus niet. Controleer de CAN-
bedrading en de accu.
Afbeeldingen 1 en 2: Connectoren voor NexSys
iON-accu's
Laden starten
Wanneer een accu op de lader is aangesloten,
detecteert de besturingskaart de spanning en na een
korte vertraging begint de lader de accu automatisch
te laden als automatische start is ingesteld op AAN.
Druk op de knop ENTER/STOP en STSART als de accu
al is aangesloten. Wanneer u een NexSys
oplaadt, wordt de CAN-communicatie tussen de accu
en de lader tot stand gebracht en wordt het bericht
'BMS CONNECTED' op het scherm weergegeven. Na
enkele seconden sluit de accu de laadcontactor om het
laden te starten. De lader begint met aftellen en begint
met het weergeven van de laadinformatie.
Vertraagde start: als de lader is geprogrammeerd
voor vertraagde start, begint het laden na die
vertraging. Wanneer de accu is aangesloten op de
lader, geeft het display de resterende tijd voordat het
geprogrammeerde laden begint weer. Afbeelding 3.
(vervolg)
+ lader
®
iON-lader
®
®
Zonder Wi-iQ
adapter van het Wi-iQ
niet is ingeschakeld of als er geen Wi-iQ
accubewakingsapparaten binnen bereik zijn, begint
het effectieve laden na de geprogrammeerde
vertraging. De lader gebruikt de instellingen
profiel, capaciteit en temperatuur die in het menu
Configuratie zijn geprogrammeerd.
®
iON-accu
Koppelen met een Wi-iQ
Als een of meer adapters van het Wi-iQ
accubewakingsapparaat binnen bereik zijn, wordt
de lader ingeschakeld en wordt er stroom op
de accu gezet. Op het display verschijnt 'SCAN'
gevolgd door 'IQLINK'. Deze routine bepaalt welk
Wi-iQ
-accubewakingsapparaat binnen bereik op
®
de acculader is aangesloten. Zodra de lader dit gaat
bepalen, downloadt hij gegevens van het Wi-iQ
accubewakingsapparaat, geeft hij het serienr. van de
accu weer, actualiseert hij de profielcapaciteit en de
temperatuur voor het laden en start hij de hoofdlading.
Afbeelding 1
-accubewakingsapparaat: als de
®
-accubewakingsapparaat
®
-accubewakingsapparaat:
®
Afbeelding 2
Afbeelding 3
-
®
-
®
-
®
11
11