➔ Volgens de bouwserie van het appa-
raat worden de aandrijvingen op twee
v e r s c h i l l e n d e
Wanneer het betreffende apparaat geen O-ring op
deze plaats heeft (pijl), vervangt u de aandrijving
zoals hier wordt beschreven. Anders de volgende
aanwijzing lezen.
1
2 Afdichtingen aanbrengen.
3 Positionering van de metalen ring kiesbaar.
VAx 1, VAN 1 VAx 2–3, VAN 2
4
5 Afdichting onder de tweede groef schuiven.
6
➔ Wanneer het betreffende apparaat een O-ring op
deze plaats heeft (pijl), vervangt u de aandrijving
zoals hier wordt beschreven. VAS 1: alle afdichtin-
gen uit de aandrijvingadapterset gebruiken. VAS 2,
VAS 3: de kleine en slechts één grote afdichting uit
de aandrijvingadapterset gebruiken.
1
2
3 Afdichting onder de tweede groef schuiven.
4
vas zonder demping
1
2
4
5
7 Gasmagneetklep en gastoevoer openen.
m a n i e re n
v e r v a n g e n :
VAx 1–3,
VAN 1–2
3
6
vas met eindschakelaar
➔ Afhankelijk van de uitvoering van de eindschakelaar
moet een van de twee bijgevoegde afdichtingen in
de behuizing van het aansluitkastje gebruikt worden.
1
4
7
10
13 Gasmagneetklep en gastoevoer openen.
vas met demping
1
4
1.
2.
7
10 Draadstiften M3 er stevig inschroeven.
11 Gasmagneetklep en gastoevoer openen.
12 Hoeveelheid startgas instellen, zie pagina 6
(6.2 Starthoeveelheid op VAS 1–3../L instellen).
Daarna moet de verbinding tussen magneetaan-
drijving en demping op lekkage gecontroleerd
worden.
13
NL-7
2
3
5
6
8
9
11
12
2
3
5
6
8
9
14
M3