Standaard
Leiding
Leidingafmeting
[Minder dan 30
°C, 85%]
Ø6,35~Ø9,52
Vloeistofleiding
Ø12,7~Ø19,05
Ø6,35
Gasleiding
Ø9,52~Ø19,05
• Bij het installeren van isolatie in de onderstaande
locaties en omstandigheden, gebruikt u dezelfde
isolatie als vereist voor een hoge vochtigheid.
<Geologische omstandigheid>
– Locaties met een hoge vochtigheid, zoals de
kust, heetwaterbronnen, de nabijheid van een
meer of rivier, en een richel (wanneer een
gedeelte van het gebouw bedekt is met aarde
en zand).
<Bestemmingslocatie>
– Plafond van een restaurant, sauna, zwembad
enz.
– <Staat van het gebouw>
– Een plafond dat vaak wordt blootgesteld aan
vochtigheid en koelte is niet geschikt.
– Bijv. de leiding die geïnstalleerd is in de gang
van een studentenhuis/flat of bij een uitgang
die vaak opent en sluit.
– De locatie waar de leiding is geïnstalleerd is
bijzonder vochtig door het ontbreken van een
ventilatiesysteem.
Stap 13 De aarding controleren
Als het stroomcircuit niet geaard is of als de aarding niet
voldoet aan de specificaties, moet een aardingselektrode
geïnstalleerd worden. De overeenkomstige accessoires
worden niet met de airconditioner meegeleverd.
1 Selecteer een aardingselektrode die voldoet aan de
specificaties in de afbeelding.
2 Sluit de slang aan op de hiervoor bedoelde aansluiting.
• Kies voor een harde grond, die een hogere
aardingsweerstand heeft dan losse, zanderige of
kiezelgrond.
• Op afstand van ondergrondse bouwwerken of
infrastructuren, zoals gasleidingen, waterleidingen,
telefoonleidingen en ondergrondse leidingen.
Isolatietype
(verwarming/koeling)
Hoge
vochtigheid
Opmerkingen
[Meer dan 30
°C, 85%]
EPDM, NBR
9 t
9 t
Interne
13 t
13 t
temperatuur
hoger dan
13 t
19 t
120 °C
19 t
25 t
• Minstens 2 meter verwijderd van een
bliksemafleider en de kabel hiervan.
OPMERKING
• De aardingsdraad voor de telefoonlijn kan niet
gebruikt worden om de airconditioner te aarden.
Koolstofplastic
Naar aardingsschroef
50 cm
30 cm
3 Rol isolerend tape rond de andere leidingen die naar
de buitenunit leiden.
4 Installeer een geelgroene aardingsdraad:
• Als de aardingsdraad te kort is, verbindt u deze
mechanisch met een verlengdraad en beschermt
deze met isolerend tape (begraaf de verbinding
niet).
• Houd de aardedraad op zijn plaats met nieten.
OPMERKING
• Als de aardingselektrode geïnstalleerd is op een
locatie met druk verkeer, moet de draad stevig
bevestigd worden.
5 Controleer de installatie zorgvuldig door de
aardingsweerstand te meten met een hiervoor
bedoelde tester. Als de weerstand boven het vereiste
niveau komt, plaatst u de elektrode dieper in de grond
of verhoogt het aantal aardingselektrodes.
6 Sluit de aardingsdraad aan op de elektriciteitskast in
de buitenunit.
Stap 14 Definitieve controle en
proefbedrijf uitvoeren
1 Controleer de stroomtoevoer tussen de buitenunit en
de secundaire beveiligingsschakelaar.
• 1 fase stroomtoevoer: L, N
• 3 fasen stroomtoevoer: R, S, T, N
Staalkern
Terminal M4
Met PVC
geïsoleerde
geelgroene
draad
23
Nederlands