10.
Risico op elektrische schokken - Niet gebruiken in natte omgevingen,
regen of in de buurt van vloeistoffen.
11.
LET OP: Risico op materiële schade. Het gebruik van een ondermaats
verlengsnoer kan ertoe leiden dat de spanning daalt, wat kan leiden tot
stroomuitval van de motor en oververhitting. Gebruik 2,5 mm
of dikker, tot 15 m (50 voet).
12.
Draag altijd de juiste beschermingsmiddelen (PBM), waaronder
handschoenen, een veiligheidsbril en oordopjes.
13.
Ken de juiste veiligheids- en behandelingsvereisten van het koelmiddel in
het veiligheidsinformatieblad (SDS).
14.
Vermijd het inademen van koelmiddel en oliedampen. Inademing van
hoge concentraties koudemiddeldamp kan de zuurstof naar de hersenen
blokkeren, wat letsel of de dood tot gevolg heeft.
15.
Ga voorzichtig om met slangen en apparatuur, want het koelmiddel kan
onder hoge druk staan. Blootstelling aan koelmiddel kan bevriezing
veroorzaken.
16.
Voer lekdetectie uit in overeenstemming met de aanbevolen praktijk om te
controleren of de werkomgeving vrij is van lekkend koelmiddel, aangezien
dit giftig en/of ontvlambaar kan zijn.
17.
Werk alleen in goed geventileerde ruimtes (minimaal 6 luchtverversingen
per uur).
18.
Voorkom kruisbesmetting door koelmiddelen niet te mengen.
19.
Olie uit de vacuümpomp kan heet zijn. Wees voorzichtig.
20.
Inspecteer deze machine voor gebruik. Niet gebruiken als de behuizing
duidelijk beschadigd is, zodat vingers of metalen voorwerpen in de
behuizing kunnen komen.
WAARSCHUWING: EXPLOSIEGEVAAR. Dit apparaat
is uitsluitend bedoeld om als vacuümpomp te
worden gebruikt. Hieronder vindt u aanvullende
veiligheidsinstructies voor het gebruik van koelmiddelen
van A2L en A3 met andere apparatuur.
1.
Houd u aan de plaatselijke voorschriften voor arbeidsveiligheid en beschik
over gedetailleerde kennis en vaardigheden bij het omgaan met brandbare
koelmiddelen.
2.
Zorg voor nood-, evacuatie- en brandbeveiligingsplannen.
3.
Wijs een tijdelijke gevarenzone met een omtrek van 3 meter/10 voet aan
en bewaak deze. Identificeer en schakel alle mogelijke ontstekingsbronnen
6
binnen deze zone uit. Monitor de lucht om er zeker van te zijn dat
niveaus onder schadelijke niveaus blijven zoals gespecificeerd in het
veiligheidsinformatieblad (SDS). Gebruik een ventilatieventilator om
binnen deze zone 6 luchtverversingen per uur te handhaven.
(14 AWG)
4.
WAARSCHUWING: EXPLOSIEGEVAAR. Verzeker u er buiten de tijdelijke
2
gevarenzone van dat het apparaat is uitgeschakeld (0), voordat u
het aansluitsnoer op de unit(s) aansluit en vergrendelt. Sluit andere
apparatuur aan en sluit deze aan op de hoofdvoeding.
5.
WAARSCHUWING: EXPLOSIEGEVAAR. Vervang van apparaten die op
batterijen werken, de batterijen buiten de tijdelijke gevarenzone.
6.
WAARSCHUWING: EXPLOSIEGEVAAR. Wanneer u een opvangstank gebruikt,
moet u de uitlaatpoort met een aardingsband aan de ongeverfde fitting
van de opvangtank bevestigen om statische elektriciteit af te voeren.
7.
WAARSCHUWING: EXPLOSIEGEVAAR. Zorg ervoor dat de ruimte rondom
de machine vrij is van vuil dat in de ventilatieopeningen en de ventilator
terecht kan komen en dat per ongeluk vonken kan doen ontstaan.
8.
WAARSCHUWING: EXPLOSIEGEVAAR. Blijf altijd aanwezig en oplettend
wanneer apparatuur in bedrijf is.
9.
Meng geen ontvlambare koelmiddelen met lucht.
10.
Als het systeem een vermoedelijk lek heeft, stop dan de terugwinning bij 0
psig/bar om te voorkomen dat er lucht in de terugwinningstank terechtkomt.
11.
Gebruik een vacuüm opvangtank die voldoet aan de lokale voorschriften.
12.
Spoel na het opvangen het systeem met 100% stikstof voordat het
systeem wordt geopend voor reparatie.
WAARSCHUWINGEN - Als u deze voorwaarden niet in
acht neemt, kan dit leiden tot schade aan de apparatuur.
1.
Zorg ervoor dat alle apparatuur in goede staat is.
2.
Als het aansluitsnoer beschadigd is, moet deze worden vervangen door
serviceonderdelen van de fabrikant.
3.
Voorkom kruisbesmetting door koelmiddelen niet te mengen.
4.
Zorg ervoor dat de opening van de ventilator vrij is van vuil.
5.
Voorkom langdurige blootstelling aan direct zonlicht. Binnen bewaren.
6.
Dit apparaat mag alleen worden gebruikt voor het vacuüm zuigen van
koelsystemen nadat het koelmiddel uit het systeem is verwijderd en het systeem
is opengesteld aan de atmosfeer. TDit apparaat mag niet worden gebruikt als
overdrachtspomp voor vloeibare media, dit toch doen kan het product beschadigen.
7.
Het apparaat moet worden beschermd tegen zware schokken. Vaste
voorwerpen mogen niet op het apparaat vallen.
7