5. Inbedrijfstelling
5
1
4
3
6
2
0
2
4
6
8
E
1
2
1
D
2
bar
F
#
% $
AUTO
J
I
STD
0
2
4
6
8
BUITEN T.
BOILER TEMP.
E
1
AANVOER.TEMP B
2
AANVOER.TEMP C
1
D
SYSTEEM TEMP.
2
bar
#
F
% $
AUTO
"
J
I
94
7
8
M001679-A
10
12
14
16
18
20
22
24
ZONDAG 11:45
!
:
<
C002219-D-06
10
12
14
16
18
20
22
24
1.4°
32.9°
18.0°
9.5°
28.9°
!
STD
C002465-A-06
Ingestelde vertrektemperatuur (°C)
1
Ingangsspanning (V) - DC
2
0 V
3
4
CONS.MIN 0-10V
5
CONS.MAX 0-10V
6
VMIN/OFF 0-10V
7
VMAX 0-10V
10 V
8
Aantal bedrijfsuren brander
x
Temperatuur verwarmingsketel
y
Indien de ingangsspanning lager is dan VMIN/OFF 0-10V, dan is de
ketel uitgeschakeld.
De richttemperatuur van de verwarmingsketel komt precies overeen
met de ingang 0-10 V. De secundaire kringen van de
verwarmingsketel blijven functioneren, maar hebben geen enkele
invloed op de watertemperatuur van de verwarmingsketel. Bij gebruik
van de ingang 0-10 V en een secundaire kring van de ketel moet de
externe regeling die deze spanning 0-10 V levert altijd een
temperatuur vragen die minstens gelijk is aan de behoeften van de
secundaire kring.
5.7.4.
Het netwerk configureren
1. Druk > toets in.
2. Druk - toets in.
3. Selecteer het menu #NETWERK.
Draai de draaiknop om de menu's te scrollen of een
4
waarde te wijzigen.
Druk op de draaiknop voor toegang tot het
4
geselecteerde menu of om een gewijzigde waarde te
valideren.
¼ Zie voor een uitgebreigde toelichting op het
navigeren in de menu's het hoofdstuk: "Navigeren in de
menu's", pagina 61
4. Stel de volgende parameters in:
GMR 3035 Condens GMR 3035 Combi Condens
180411 - 121955-001-AC