6
Instelling en installatie
6.1
Voor uw veiligheid
Aanwijzing
Het instellen van de machine moet worden uitgevoerd door de technische ondersteuning.
6.2
Temperatuur en vochtigheid
Omgevingsvoorwaarden:
Werkingstemperatuur
(omgevingstemperatuur):
Relatieve luchtvochtigheid:
Als het systeem is blootgesteld aan grote temperatuurschommelingen, moet het vóór de ingebruikname
•
eerst weer op kamertemperatuur worden gebracht.
Voorwaarden voor de omgeving
Zorg voor voldoende verlichting op de werkplek.
•
Zorg voor een stofvrije omgeving (II° volgens IEC60947-1).
•
Afweer tegen EMC.
•
Zorg ervoor dat er geen elektrische installaties, slangen of leidingen in de weg zitten.
•
Netvoeding moet vrij zijn van schommelingen.
•
6.3
Opstelplaats
Opstelplaats
De opstelplaats moet:
Een stabiele stroomvoorziening hebben.
•
Vibratievrij zijn.
•
Voldoende luchttoevoer voor de laserinvoer en de pc hebben.
•
NEDERLANDS (Vertaling)
+15 °C tot +35 °C
Max. 60%, niet condenserend
NEDERLANDS (Vertaling)
29 / 59