1
Als u het water afvoert met de
noodafvoerprocedure, moet u het
afvoersysteem opnieuw activeren:
a. Giet 2 liter water in het vakje voor het
hoofdwasmiddel van de
wasmiddellade.
b. Start het programma om het water af
te voeren.
13.10 De filter van de toevoerslang
en de klepfilter reinigen
Het wordt aanbevolen beide filters van de
toevoerslang en -klep geregeld te reinigen ter
verwijdering van aanslag dat met de tijd
opgehoopt:
1. Verwijder de toevoerslang van de kraan
en reinig het filter.
1
2
3
2. Verwijder de toevoerslang van het
apparaat door de ringmoer los te draaien.
2
3. Reinig het klepfilter aan de achterzijde
4. Draai de slang bij het weer aansluiten op
20°
13.11 Noodafvoer
Als het apparaat het water niet kan
wegpompen, voert u dezelfde procedure uit
zoals beschreven in de paragraaf 'Reinigen
van de afvoerpomp'. Maak de pomp zo nodig
schoon.
Als u het water met de noodafvoerprocedure
afvoert, dient u het afvoersysteem opnieuw te
activeren:
van het apparaat met een tandenborstel.
het apparaat naar links of rechts (niet in
verticale positie) afhankelijk van de
positie van uw waterkraan.
45°
NEDERLANDS
37