2.5 I Aansluitingen van de elektrische voeding
• Voor het uitvoeren van werkzaamheden in het apparaat, is het noodzakelijk om de stroomvoorziening van
het apparaat te onderbreken, vanwege risico's op elektrische schokken die kunnen leiden tot materiële
schade, ernstig letsel of de dood.
• Losse aansluitingen van klemmen kunnen oververhitting van het klemmenbord veroorzaken, en doen de
garantie vervallen.
• Alleen een gekwalificeerde en ervaren elektricien mag de bekabeling in het apparaat uitvoeren of de
voedingskabel vervangen.
• De installateur moet, na indien nodig het raadplegen van de elektriciteitsleverancier, ervoor te zorgen dat
de apparatuur goed is aangesloten op een elektriciteitsnet van minder dan 0,095 Ohm impedantie.
• De elektrische voeding van de luchtontvochtiger dient afkomstig te zijn van een inrichting met differentieelschakelaar
en veiligheidsschakelaar (niet meegeleverd), die voldoen aan de van kracht zijnde normen en voorschriften van het
land waar de installatie wordt uitgevoerd.
• Het apparaat is ontworpen voor aansluiting op een algemene voeding met neutraal regime TT of TN.S,
• Elektrische beveiliging: met stroomonderbreker (curve D, voor dimensie, zie § "1.3 I Technische eigenschappen"),
met een aangepast differentieel beschermingssysteem (stroomonderbreker of schakelaar).
• Een extra bescherming kan nodig zijn bij de installatie om bescherming tegen overspanning categorie II te verzekeren.
• De elektrische voeding moet overeenkomen met de spanning op het typeplaatje van het apparaat.
• De elektrische kabel moet geïsoleerd zijn van elk snijdend of warm element dat deze zou kunnen beschadigen of plat
drukken.
• Het apparaat moet verplicht worden aangesloten op een geaard stopcontact.
• De elektrische leidingen moeten vast zijn.
• Gebruik de wartel voor doorgang van de voedingskabel in het apparaat.
• Gebruik een voedingskabel (type RO2V) geschikt voor gebruik buiten of ingraven (of voorzie de kabel van een
beschermende buis) met uitwendige diameter tussen 9 en 18 mm.
• Het wordt aanbevolen om de kabel 50 cm diep in te graven (85 cm onder een weg of pad), in een elektrische buis
(rood geringd).
• In het geval dat de ingegraven kabel een andere kabel of andere lijn passeert (gas, water,...), dient de afstand tussen
beide groter dan 20 cm te zijn.
• Sluit de voedingskabel aan op het veerklemmenbord in het apparaat, zoals hieronder wordt aangegeven:
❶
Trek aan de hendel tot u niet meer kunt, en sluit
vervolgens de kabel aan.
❷
Plaats de hendel terug in de beginpositie.
NL
12