Adres
A d r e s 1
In s t a lla t ie t y p e
C ir c u it t y p e
o m g e v in g s m o m g e v in g s m
o d u le
D ir e c t c irc u it
A
0 0 in v o e r e n
( zo n d e r kle p )
C ir c u it m e t
B
0 1 in v o e r e n
kle p
D ir e c t c irc u it
0 0 in v o e r e n
( zo n d e r kle p )
C
C ir c u it m e t
kle p
C ir c u it m e t
0 1 in v o e r e n
kle p 1
D
C ir c u it m e t
kle p 2
H eel belangrijk: na het invoeren van een nieuw adres
m oet u het paneel uitschakelen om de autom atische
controle van de kaart opnieuw te initialiseren.
H elling (HELLING )
De "helling verw armingscurve" bepaalt de temperatuur van
de toevoer naar de radiatoren in functie van de door de
buitensonde gemeten temperatuur.
T. toevoer
1 0 0
80
60
40
20 20
16
12
8
4
D eze hangt af van het type van uw installatie en van de
dimensionering ervan t.o.v. het gebouw.
Instelling van de helling
Voer één van de onderstaande waarden in, in functie van het
installatietype.
Installatietype
Vloerverwarming
Verwarming radiatoren lage temperatuur
Verwarming radiatoren (standaard)
Verwarming convectoren
Réf. : CH - 1060 - A
e
e
A d r e s 2
A d r e s w a n d m o d u le
M M 1
o d u le
0 2 in v o e re n
C o n tr o le e r o f
s c h a ke la a r o p s ta n d 2
0 3 in v o e re n
s ta a t (s ta n d B U S 3 o p
e tike t)
N03528.XLS
3,0
2,5
2 ,0
Helling
1 ,5
1 ,2
1,0
0 ,8
0 ,6
0 ,4
Buitentemp.
0
-4
-8
-12
-16
H elling
0,8 à 0,4
1,0
1,5
2,0
Zelfaanpassing (ZELFAANP)
1) is niet noodzakelijk als de "om gevingsm odule" in het
verw arm de volum e is geïnstalleerd, m et invloed van de
om geving , zoals w ij aanraden.
is noodzakelijk als de invloed van de om geving
2)
gedesactiveerd is. D eze correctie kan op volgende
vaststellingen gebaseerd zijn.
- A l s d e o m g e v in g s t e m p e r a t u u r d a a l t a l s d e
buitentem peratuur daalt = helling te laag .
- A ls d e o m g e v in g s t e m p e r a t u u r s t i jg t a ls d e
buitentem peratuur daalt = helling te hoog .
D e h e l l in g k a n o p t im a a l w o r d e n in g e s t e l d b i j
buitentem peraturen die lager liggen dan +5° C . D e w ijziging
van de helling m oet in verschillende stappen gebeuren en
m et tussenpozen van 5 à 6 uur, zodat de installatie de tijd
h e e ft o m te r e a g e r e n o p d e p a s g e p r o g r a m m e er d e
hellingswaarde.
LG -LEID ING
Niet van toepassing voor de versie m et stookolie.
Alleen voor de gasbrander.
M axim um tem p. toevoer (M AX TE M P TO E V )
D e tem peratuur van het w ater dat naar de w arm teverdelers
gaat; ligt tussen 30 en 90° C en m oet w orden aangepast
volgens de technische kenm erken van de w arm teverdelers
van de installatie (bijzonder geval: vloerverwarming).
O pgelet! D e bovenbegrenzing is geen beveiliging.
Invloed van de om geving (IN V L -O M G )
Deze instelling wijzigt de invloed van de omgevingstemperatuur
op de temperatuurregeling.
U hebt de keuze tussen:
"-1" : invloed om geving geactiveerd: het verschil tussen de
omgevingstemperatuur en de opgegeven temperatuur
w ordt gedetecteerd en speelt een rol bij de regeling.
Versnelt de opwarming en de daling bij een wijziging van
het opgegeven niveau.
"-0" : er wordt alleen voor versnelde daling rekening gehouden
m et de m eting van de om gevingstem peratuur. D e
verw arm ingspom p is uitgeschakeld zolang de
verminderde opgegeven omgevingstemperatuur niet is
bereikt.
"- - -" :de invloed van de om geving is volledig uitgeschakeld.
O p g e l e t !
A l s
d e
verw arm ingsketel blijft, m oet "_ _ _" w orden ingevoerd.
K alibrering om gevingsvoeler (KALIB O M G )
D eze functie m ag pas na enkele dagen observatie w orden
gew ijzigd en m aakt het m ogelijk om de therm om eter van de
m odule aan te passen opdat de om gevingstem peratuur die
door de omgevingsmodule wordt afgelezen, representatief is
voor de eigenlijke temperatuur (wijziging van de weergegeven
w aarde tussen -5 en +5° C ).
2 1
o m g e v i n g s m o d u l e
o p
d e